Blog

  • Op het ritme van je kind

    Op het ritme van je kind

    op het ritme van je kind

    Het gaat allemaal zo snel in deze tijd en er komt zoveel op ons en onze kinderen af! We vergeten daardoor wat kinderen echt nodig hebben om te kunnen groeien. En dat is, om met de deur in huis te vallen, rust en ruimte. 

    In het (school)systeem waar we nu in leven, is vaak vastgelegd wat een kind op een bepaalde leeftijd moet kunnen. Er zijn allerlei gemiddelden bepaald zoals hoe groot je kind moet zijn op een bepaalde leeftijd, wat het ideale gewicht is, hoe vlot een kind al moet kunnen lezen en rekenen, hoe hij/zij emotioneel moet kunnen reageren in bepaald situaties, hoe goed hij/zij moet kunnen sporten, enz…

    En dan merk je als ouder dat je kind niet past in één of andere curve. Je maakt je misschien zorgen of je wordt er op aangesproken dat je kind ‘afwijkend’ is van de standaard. Er zijn natuurlijk uitzonderingen of situaties waarin de ontwikkeling van een kind extra zorg of aandacht nodig heeft. 

    Elk kind ontwikkelt zijn vaardigheden op zijn tempo. Het ene kind begint eerder te praten dan het andere, en het andere kind zal eerder motorische vaardigheden ontwikkelen. Een kind kan niet in alles tegelijkertijd energie steken om te ontwikkelen. Er zijn zoveel dingen die het moet leren. En dat vraagt enorm veel energie!

    Zo had onze zoon, toen hij 6 jaar was, een medisch onderzoek op school. De kinderen worden dan één voor één bij de dokter geroepen, je kent het wel. Het feit dat dit vreemde mensen waren voor hem, en dat hij niet goed wist wat er van hem verwacht werd, vond hij toch wel spannend. Dus ik liet hem de keuze of hij wilde dat ik meeging of niet. Hij wilde graag dat ik meeging. Door mijn aanwezigheid en door mijn voorbeeld bij het bezoek aan de arts, leerde hij hoe dit verloopt en hoe het er bij zo’n onderzoek aan toe gaat.

    Iemand vertrouwd in de buurt hebben, is voor (jonge) kinderen heel belangrijk. Je hoort vaak zeggen: ‘Ze zullen het wel overleven hoor’. En dat is op zich ook zo. Maar we leven in een tijd waar het zo normaal is dat onze kinderen zo veel zonder ons, ouders doen.  Terwijl het heel normaal en heel natuurlijk is dat kinderen, zeker jonge kinderen, juist in de buurt willen zijn van hun ouders en dingen samen willen doen. Vooral de vertrouwde nabijheid speelt hierbij een grote rol. Dat geeft veiligheid. Maar ook ons voorbeeld, het feit dat we veel dingen kunnen uitleggen als we bij hen zijn leren hen zoveel bij. 

    Op het ritme van je kind (kunnen) meegaan is soms best een uitdaging, maar zo belangrijk. We kunnen het niet altijd, omwille van ons werk bijvoorbeeld. Maar in de mate van het mogelijke tegemoet komen aan hun vraag, geeft hen de ruimte om te leren op hun tempo. Soms willen ze het samen doen, zodat ze zien hoe wij het doen en leren ze door het voorbeeld dat wij geven. Als ze geen voorbeeld krijgen, kan dat voor veel onrust en onzekerheid zorgen. Soms hebben kinderen gewoon onze aanwezigheid nodig als steun. Zoals mijn zoon graag had dat ik meeging naar de arts bij het medisch onderzoek. We vinden het vanzelfsprekend dat kinderen het allemaal zelf doen. Maar voor hen is het heel vaak nog niet vanzelfsprekend.

    Het is best wat zoeken naar een evenwicht tussen je kind aanmoedigen om stappen te zetten en toch te proberen, en te volgen wanneer je kind aangeeft dat hij er niet klaar voor is, of het niet ziet zitten. Los van wat een kind op een bepaalde leeftijd al zou moeten kunnen, volgens de standaarden. Los van wat je andere kinderen van dezelfde leeftijd ziet doen. Kinderen weten vaak goed waar ze aan toe zijn, wat ze al wel of niet kunnen of durven. We mogen daar gerust nog heel vaak in tegemoet komen. En als ze er echt klaar voor zijn, dan zijn ze zo vertrokken. Vertrouw er maar op!

    Hier is de uitdaging voor ons: durf jij je kind volgen op zijn of haar ritme en wat hij/zij aangeeft? Mag je kind leunen op jou in het vertrouwen dat je kind zich van je gaat losmaken op het moment dat hij of zij er klaar voor is?

    Hoe we met kinderen in het algemeen omgaan, heeft meestal te maken met tradities, omdat we het zelf zo geleerd hebben of omdat we het anderen zo zien doen. Heel vaak hebben mensen te weinig informatie over hoe hechting werkt en hoe het groeiproces bij kinderen een proces is dat eigenlijk vanzelf gaat, zonder dat we het te veel moeten sturen. 

    Hoe kunnen we die ruimte geven aan kinderen om op hun tempo te groeien?
    Hieronder vind je een aantal tips:

    • Rust creëer je door je relatie met je kind goed stevig te maken.
    • Hoe meer een kind zich gehecht voelt, hoe meer ruimte hij/zij voelt om te leren en de wereld te ontdekken. Hun belangrijkste behoefte, zich verbonden voelen, is namelijk al vervuld. 
    • Voorzie veel speeltijd die ze zelf kunnen invullen. Belangrijk is om niet alle vrije tijd vol te plannen met activiteiten, hobby’s en uitstappen. 
    • Weet dat bepaald gedrag en emoties bij (jonge) kinderen normaal is en deel zijn van het kind-zijn. 
    • Geef je kind een stem: luister naar je kind en bevraag hoe iets is voor je kind. Bespreek samen met je kind situaties of verlangens en zoek samen naar oplossingen.
    • Geef je kind de ruimte om zijn of haar ideeën vorm te geven. Soms is dat heel concreet door materiaal te voorzien waar je kind iets mee kan maken. 

    Om aan de vraag naar informatie tegemoet te komen heb ik een boek geschreven. In mensentaal. Ik ga er dieper in op Hechting, Gedrag en Emoties, Communicatie en Persoonlijke Ontwikkeling als ouder.
    Wil je graag meer weten? Je kan het boek hier bestellen!

    Of stel je vraag door me een mail te sturen.
    Ik sta je graag te woord!

    Warme groet,
    Karin

  • Stress bij kinderen

    Stress bij kinderen

    stress bij kinderen - Karin Francken

    Er ligt best wel wat druk op onze kinderen.
    We hebben het vaak zelf niet door omdat het onze manier van leven is geworden.
    De prestatie- en de tijdsdruk is de voorbije 25 jaar stapsgewijs gestegen, dat we niet meer door hebben hoe groot die druk eigenlijk is.

    Maar misschien kunnen we het feit dat steeds meer kinderen en volwassenen uitvallen als signaal nemen.  En vooral zoeken naar een antwoord op de vraag: Hoe kunnen we daar iets aan veranderen?
    Hoe kunnen we ons kind daarbij helpen?

    Als een leerkracht onder druk staat omdat er zoveel administratie moet gebeuren en ze ook nog eens zoveel leerlingen moet meekrijgen in het verhaal van de doelstellingen die behaald moeten worden tegen het einde van het schooljaar, hoe ontspannen kan die dan voor de klas staan? We geven de druk die we zelf voelen overal door aan onze kinderen. Omdat wij moeten voldoen aan allerlei normen, verwachten we dat ook van onze kinderen.

    Kinderen ervaren steeds meer stress. Ouders voelen veel meer stress. Vaak met ruzies tot gevolg. Ouders die zich machteloos voelen en kinderen die het gevoel hebben dat het nooit genoeg is.  Waar gaat dit naartoe?

    Om dit beter te begrijpen is het goed om meer zicht te krijgen op wat stress is en wat mogelijke oorzaken zijn van die stress.


    Stress

    Op zich is er niets mis met stress. Het is namelijk een natuurlijke reactie van ons lichaam op iets wat spanning veroorzaakt.  Als er een kans is dat we pijn gaan lijden, fysiek, emotioneel of sociaal, dan reageert ons lichaam met stress. 
    Er komen stresshormonen vrij (o.a. adrenaline, noradrenaline en cortisol) en het lichaam maakt zich klaar om te vechten, te vluchten of te bevriezen.

    Een stressreactie merk je aan de fysieke reacties: de bloeddruk stijgt, de hartslag versnelt, de ademhaling versnelt, er is een grotere zuurstofopname in het bloed, er gaat meer bloed naar het hart, de hersenen en de spieren, de spieren spannen zich aan, de spijsvertering vertraagt, je gaat zweten en het gevoel van pijn vermindert.

    Ons systeem is zo gemaakt dat het eerder te snel gaat reageren op mogelijk gevaar dan te traag. Stress is eigenlijk een gezonde natuurlijke reactie op bedreigende situaties.  Je bent alerter en het helpt je om goed te handelen in noodsituaties. En als het gevaar geweken is, dan komt het lichaam terug in rusttoestand.  Althans, dat zou toch moeten…

    Het probleem tegenwoordig is echter dat veel situaties als bedreigend worden ervaren, vaak psychisch. En we hebben te weinig ruimte om tot rust te komen.
    Als dit lang blijft duren, kunnen we in een chronische stresstoestand komen.
    En dat is ongezonde stress.  
    Het is vaak niet meer in balans.  En dan wordt de draaglast groter dan de draagkracht.

    Stressoren en symptomen van stress

    De oorzaken van stress, oftewel de stressoren, zijn heel uiteenlopend.
    Vaak staan we er niet bij stil welke situaties mogelijks tot stress kunnen leiden bij onze kinderen. We zijn zo gewoon om in deze snel veranderende wereld te leven en maar door te gaan, en staan er te weinig bij stil.  
    Ik zet mogelijke stressoren voor je kind hier onder op een rijtje.

    Veranderingen zijn een belangrijke oorzaak van stress voor kinderen.
    Denk maar aan: ziekte, verbouwingen, verhuis, wonen in twee huizen na scheiding van de ouders, nieuwe school, nieuwe club, nieuwe leerkracht, overlijden van een dierbare, verhuis van een vriendje,…

    Veranderingen hebben vaak echt meer tijd nodig om te landen bij een kind dan we denken. Als een kind daarin te weinig erkenning krijgt, dan staat het er dus alleen voor met zijn emoties rond dit gebeuren. En dat kan nog voor meer stress zorgen. Veranderingen horen wel bij het leven, maar elk kind heeft zijn eigen tempo daarin om er aan te wennen.

    De druk die op kinderen gelegd wordt is ook een belangrijke oorzaak van stress. Denk maar aan: te veel taken, prestatiedruk, tijdsdruk (vb. ochtend- of avondrush en hoe je praat tegen je kind tijdens deze momenten), doelstellingen moeten halen terwijl ze er nog niet klaar voor zijn (vb. leren lezen), verwachtingen, te weinig erkenning krijgen voor hun emoties en behoeften, moeten werken voor aandacht, straffen en belonen, geen ruimte voor eigen inbreng of creativiteit, geen ruimte voor vrij spelen, conflicten, schermgebruik,…

    De grootste stressor voor kinderen is echter geen verbinding te voelen met mama of papa.  Als de relatie met mama of papa veilig is, met anderen woorden als het kind zich verbonden voelt, dan is er rust. Als dat niet is, dan zoeken kinderen eigenlijk onbewust constant naar die connectie. Daarbij zijn er drie basisvragen die kinderen constant bezit houden:

    • Word ik gezien?
    • Word ik gehoord?
    • Doe ik er toe? 


    Als stress chronisch wordt en als ons lichaam te weinig in een staat van rust komt, dan kan zich dat uiten in allerlei symptomen.  

    Fysiek kan een kind last krijgen van hoofdpijn, rugpijn, nekpijn, spijsverteringsproblemen, slaapproblemen, verminderde afweer waardoor het kind sneller ziek wordt.
    Psychisch kan dit leiden tot prikkelbaarheid, angst, machteloosheid, verveling, piekeren, laag zelfbeeld, minder concentreren,…
    Gedragsmatig zie je vaker uitbarstingen en woedeaanvallen, druk gedrag, zich terug trekken en afsluiten, huilen, problemen op school, problemen met vriendjes, eetproblemen, pesten,…

    Te veel stress

    Bij een teveel aan stress kan een kind eigenlijk niet meer kiezen hoe hij reageert. Zijn overlevingsbrein neemt het dan over.  In een rusttoestand is je neo-cortex of ook wel het mensenbrein, actief en kan je creatief denken, zie je oplossingen en kan je redeneren. Daarom kan je niets uitleggen aan je kind op het moment dat hij in zijn emotie zit. Pas als de emotie gezakt is kan je een gesprek aangaan met je kind.

    Als een systeem onder stress staat dan heeft je kind meer behoefte aan controle en voorspelbaarheid.  
    Als je kind in overlevingsmodus zit, dan is het geen tijd om te leren, geen tijd om te verbinden, geen tijd om te eten en te verteren, geen tijd voor zelfreflectie, geen tijd voor creativiteit en dromen.

    Het is zo belangrijk dat stress en spanning ontladen kunnen worden en het lichaam terug in een rusttoestand kan komen.


    Hoe kan je je kind helpen bij stress?

    Zeven tips om je kind te helpen bij het ontladen van stress:


    1. Bouw een warme band op met je kind.

    Maak regelmatig connectie met je kind door mee te spelen, gesprekjes aan te gaan, je kind te ontvangen als hij thuis komt van school. Maak tijd om te luisteren.

    2. Een vriendelijke en niet-bedreigende sfeer thuis.

    Probeer de intentie van het kind te zien achter zijn gedrag of wat hij zegt. Maak ruimte voor begrip in plaats van irritatie.  Achter wat je kind zegt of doet zit een emotie of een behoefte om gezien of gehoord te worden. Probeer straffen of dreigen met straf te vermijden. Dit geeft extra druk en stress voor kinderen.

    3. Praat met je kind.

    Probeer te achterhalen wat er leeft bij je kind. Benoem gevoelens en gedachten, ook die van jezelf. Benoemen van de dingen geeft vanzelf al verlichting, je geeft daarmee erkenning aan wat er is bij je kind.

    4. Maak ruimte voor emoties.  Accepteer de emoties.

    Als je emoties gaat bestrijden of wil oplossen, dan versterken ze juist. Als je erg focust op de emotie en het feit dat die opgelost moet worden, dan leg je meer druk op dat gevoel en wordt het dus erger. Accepteer het gevoel van je kind. Als je ruimte maakt voor de emoties, dan blijf je in verbinding met je kind. Als je het gaat bestrijden, van verbreek je de verbinding. En geen verbinding met mama of papa geeft nog meer stress.

    5. Minder focus op prestaties en resultaat, meer focus op inzet en goede intenties.

    Het kind is meer dan zijn prestaties en zijn cijfers. Benoem andere kwaliteiten van het kind, het doorzettingsvermogen en de inzet. Accepteer zijn grens. Je kan je kind motiveren om het te proberen, maar niet pushen.  Geef complimenten, maar niet overdreven. Meen wat je zegt. Omschrijf duidelijk wat je waardeert als je een compliment geeft.

    6. Zie het potentieel in het kind. Laat voelen dat je vertrouwen hebt.

    Als je laat voelen dat je vertrouwen hebt in het kind, dan versterkt dat het zelfbeeld. Dat raakt aan gezien worden, een basisbehoefte van elk kind.

    7. Bouw ontspanning in, voorzie speeltijd.

    Plan je agenda niet te vol of schrap af en toe iets uit de agenda!
    Laat je kind vrij spelen. Spelen is dé manier om te verwerken, om te leren, om te integreren, om emoties te reguleren. Spelen bevordert het probleemoplossend vermogen. Spelen heeft geen doel. Kinderen kunnen hun grenzen ontdekken én verleggen. Het bevordert de ontwikkeling van het brein!



    Heb je vragen naar aanleiding van het thema Stress bij Kinderen?

    Als je voelt dat de druk in je gezin hoog is, en je ervaart veel stress, dan is het goed om je hierin te laten begeleiden.
    Neem vrijblijvend contact met mij op voor een afspraak via deze link!


    Warme groet,
       Karin



  • ‘Het is niet zo erg. Je moet niet huilen.’

    ‘Het is niet zo erg. Je moet niet huilen.’

    Blog Je moet niet huilen. Karin Francken


    Ken jij die neiging om tegen je kind te zeggen:
    “Je moet niet huilen, het is niet erg.”?

    Of herken je deze uitspraken: ‘Stop nu maar met huilen’, ‘Nu is het wel genoeg geweest’, ‘Grote meisjes/jongens huilen niet’, ‘Daar moet je niet voor huilen’, ‘Je moet niet zo te keer gaan’, ‘Moet je daar zo boos over zijn?’, ‘Doe niet zo flauw’,…

    Misschien zijn er nog andere uitdrukkingen die je wel eens gebruikt tegen je kind? En misschien wil je dat helemaal niet zeggen, maar op zo’n momenten is het gewoon sterker dan jezelf en zeg je het toch.

    Hoe komt dat toch?

    We hebben als kind allemaal zulke boodschappen gekregen. Je zult er vast wel één of meerdere van herkennen. Als ik vroeger boos was, kreeg ik als kind ook wel eens te horen ‘wat andere mensen nu van mij moesten denken’. Dit bezorgde mij zelfs een schaamtegevoel over mijn boosheid. Ik had ook het idee dat iedereen naar mij keek als ik boos was en verschrikkelijke dingen over mij dacht.

    We nemen deze denkpatronen over van onze eigen opvoeders. En die zitten er zo diep in, dat op momenten van stress en onmacht je automatisch weer die dingen gaat zeggen. Ook al wil je dat niet!

    Waarom is dat sterker dan onszelf?

    Vóór de leeftijd van 6 à 7 jaar worden de meeste en belangrijkste overtuigingen in ons brein geïnstalleerd. De manier waarop je vandaag dus naar de wereld kijkt, heb je hoogstwaarschijnlijk opgepikt vóór je zevende levensjaar. Tenzij je daar al bewust mee aan de slag bent gegaan.
    Overtuigingen zijn niets anders dan neurale patronen die zich in je hersenen gevormd hebben. Als die denkpatronen sterk zijn, dan blijf je vanuit die bril naar het leven kijken. ‘Zo is het’, zeg je dan.

    Door herhaaldelijk boodschappen uit je omgeving te horen, ga je in bepaalde dingen geloven. Je bent dan, vaak tot op de dag van vandaag, overtuigd dat het zo is. Omdat deze overtuigingen zo normaal voor je zijn, ben je je er niet bewust van dat je zo naar de wereld kijkt. Je pikt zo’n overtuigingen op van je ouders, van andere belangrijke volwassenen in je leven zoals grootouders, leraren, enz.

    Gelukkig kunnen we ons bewust worden van onze overtuigingen en ons nieuwe overtuigingen eigen maken.

    Wat doen onze boodschappen met kinderen?

    We kruipen even in de wereld van een kind.  Ik probeer je aan de hand van een aantal voorbeelden te laten zien hoe een kind redeneert vanuit zijn belevingswereld wanneer we zulke uitspraken doen:

    Stel dat jij zou zeggen: “Je moet niet huilen, het is niet zo erg.”
    Een kind redeneert dan als volgt: ‘Ik ben gevallen en ik heb pijn. Maar mijn mama zegt dat het niet erg is. Ik ga mijn pijn nooit meer laten zien en me sterk houden.’ Je kind stopt zijn pijnen weg en leert om niet naar zijn lijf te luisteren ‘want het is niet zo erg.’
    Een kind bedenkt dat uiteraard niet bewust, maar trekt toch vaak deze conclusie. Het effect in het latere leven als volwassene kan zijn dat je over je fysieke grenzen gaat omdat je geleerd hebt hier niet op te vertrouwen.

    Een andere redenering kan zijn: ‘Ik moet huilen maar ik krijg de boodschap dat ik moet stoppen met huilen. Als ik huil omdat mijn speelgoed stuk is, en anderen zeggen dat ik daar niet zo’n drama van moet maken, dan zal er wel iets mis zijn met mij. Ik ben er namelijk wel heel verdrietig over. En anderen zeggen dat het niet zo erg is.’
    Op deze manier begint een kind te twijfelen aan zichzelf en zijn gevoelens.

    Maar evengoed zijn er overtuigingen die in onze maatschappij als algemeen worden aanvaard, waardoor niemand ze nog in vraag stelt. We zijn er bijvoorbeeld van overtuigd dat werken van 9u tot 17u moet om onze economie draaiende te houden. Je moet in dat systeem mee kunnen, anders faal je.
    We vinden het ook nog steeds normaal dat onze kinderen in het huidige schoolsysteem moeten passen, terwijl heel veel kinderen aangeven door hun gedrag dat dit eigenlijk niet werkt voor hen.

    Samengevat

    Als je kind keer op keer bepaalde boodschappen hoort, of wanneer je kind op een iets ingrijpendere manier éénmalig iets meemaakt dan gaat hij geloven dat het zo is. Daarmee stopt je kind bepaalde delen van zichzelf weg. Het kunnen emoties zijn, gevoelens, stukken van zichzelf zoals bijvoorbeeld enthousiasme, spontaniteit,…

    Die overtuigingen hebben eveneens invloed op het zelfbeeld van je kind. Doordat zijn ware gevoelens ontkend worden, begint een kind aan zichzelf te twijfelen. ‘Ik voel me verdrietig, maar mijn papa zegt dat ik me dat niet moet aantrekken. Er zal dus wel iets mis zijn met mij want ik voel het wel. Ik ben dus niet OK.’

    Jonge kinderen vangen de boodschappen die wij geven anders op, omdat hun brein nog niet helemaal ontwikkeld is.

    Kinderen koppelen onze boodschappen veel sneller aan wie ze zijn als persoon. En dat kan een negatieve invloed hebben op hun zelfbeeld en zelfvertrouwen. 

    Wat kan je doen om je kind te helpen bij emoties?

    Word je bewust van je eigen overtuigingen die je hebt opgepikt uit je eigen opvoeding.  Dit kan je doen door je overtuigingen die je hebt ten aanzien van emoties zoals verdriet, boosheid en angst te noteren. Wat hoor je jezelf wel eens zeggen tegen je kind?

    Weet dat een kind anders in het leven staat dan een volwassene. Alles komt totaal en ongefilterd binnen bij een kind en een kind betrekt dit heel erg op zijn persoon.

    Geef erkenning voor wat je kind ervaart, zonder er een oordeel op te plakken. Dit kan je doen door te zeggen: ‘Ik zie dat je heel boos bent nu’, ‘Jouw lievelingsspeelgoed is stuk en daar ben je heel verdrietig over’. ‘Dat is niet fijn voor jou.’

    Geef de emoties toestemming om er te zijn. Daarin ga je al een groot verschil maken!


    Merk je dat je er zelf niet uit geraakt met je kind? Blijf er niet mee zitten!
    Contacteer me voor een kennismaking en we kijken samen wat ik voor jou kan betekenen in een individueel traject op maat van jouw gezin!

    Hartelijke groet,

    Karin


  • Afscheid en rouw bij kinderen

    Afscheid en rouw bij kinderen

    Karin Francken - kinderen en emoties - afscheid en rouw

    Twee jaar geleden overleed mijn grootmoeder en de overgrootmoeder van onze kinderen. Ze had de gezegende leeftijd van 98 jaar! Haar sterven was een heel proces en kwam niet plots. De jaren voordien waren er nog twee momenten geweest waarop haar omgeving overtuigd was dat het haar laatste dagen waren. En ze kwam er telkens weer bovenop. Maar deze keer was het anders. 

    Als we op bezoek gingen bij mijn grootmoeder was ze altijd blij. De kinderen konden haar echt opfleuren. Vaak moest ze de namen van onze kinderen opnieuw vragen, maar dat waren we al langer gewoon. De speelsheid van de kinderen deed haar zichtbaar deugd.

    In die periode ging het bij ons thuis vaker over sterven. “Wat is dood zijn? Waar ga je dan naartoe? Hoe worden mensen begraven? Wat is verassen? Hoe ga je dood? Wat gebeurt er als je dood gaat?”

    Onze kinderen stellen heel concrete vragen op zo’n momenten.
    Maar hoe kan je daar nu mee omgaan als ouder?


    Hoe ga je als ouder om met een overlijden?

    Het was niet de eerste keer dat onze kinderen een overlijden meemaakten en een overledene hebben gezien, maar wel de eerste keer van zo dicht bij.

    Er zijn verschillende factoren die meespelen bij het ervaren van een overlijden die invloed hebben en waar je rekening mee kan houden:

    • De leeftijd van het kind
    • De persoon die overlijdt
    • De leeftijd van de overledene
    • De omstandigheden waarin het overlijden plaats vindt
    • De relatie die het kind heeft met de overledene
    • Een plots overlijden of een overlijden na ziekte
    • Hoe jij/jullie er als ouder(s) mee omgaat
    • De persoonlijkheid van je kind
    • Hoe er met verdriet wordt omgegaan in jouw familie
    • Wat het verliesverleden is in je familie

    Je ziet zo al dat het antwoord niet eenduidig is hoe je met afscheid en rouw omgaat.
    Rouwen is iets heel persoonlijks.
    En voor het kind kan dat best overweldigend zijn (en voor jou trouwens ook) en heel veel vragen oproepen of angst naar boven brengen. Daarom is het heel belangrijk om tijd te maken voor de ervaring van je kind en zo veel mogelijk in te gaan op de vragen die hij stelt.

    Als je merkt dat je kind net niet zoveel vragen stelt, kan je je kind uitnodigen om er wat over te vertellen. Evengoed kan jij er over vertellen, zodat je kind woorden krijgt voor wat het innerlijk misschien voelt maar niet kan duiden, simpelweg omdat dit nieuw is voor je kind. Dan heeft je kind een voorbeeld nodig, hoe je hierover kan praten en welke gevoelens het oproept. En dat voorbeeld kan jij zijn.

    Als je het zelf moeilijk vindt om dit onder woorden te brengen, kan je gebruik maken van boekjes. In de bib vind je heel wat boekjes over dit onderwerp, welke je als aanleiding kan gebruiken om erover te spreken met je kind.  Onderaan deze blog vind je ook een aantal titels van boekjes.

    Ikzelf heb geen probleem om te praten over dood en afscheid. Maar ga voor jezelf eens na, hoe sta jij tegenover de dood? Vind je het zelf iets ‘akeligs’? Iets waarover je liever niet eens nadenkt? Maakt dood deel uit van het leven voor je? Of is het iets wat je het liefst ver van je afschuift?

    Een overlijden brengt je als mens sowieso bij de eindigheid van je leven. Vroeg of laat zullen we allemaal sterven. Dat is onlosmakelijk aan het leven verbonden. Durf jij dat te erkennen voor jezelf?

    Hoe ga jij met je verdriet om? Kan jij je tranen laten stromen in het bijzijn van je kind? Of wil je je kinderen behoeden voor je verdriet? Of durf jij tonen dat je als volwassene ook verdriet mag hebben en dat dat deel uitmaakt van het rouwproces? 


    Geef antwoord op de vragen van je kind over de dood.

    Kinderen zitten met zoveel vragen op het moment dat een dierbare overlijdt. 

    Waar gaat oma heen? Dat weten we eigenlijk niet. Mensen zeggen vaak dat een overledene naar de hemel gaat, dat zijn ziel verder leeft of dat die als een ster aan de hemel staat. Kinderen vatten dat nogal letterlijk op, en in mijn aanvoelen klopt dat niet helemaal. Ik ben zelf dan ook niet geneigd om een beeld te gaan gebruiken. Eerder dat je in jezelf nog wel dingen kan vertellen tegen de persoon die overleden is. Of dat die persoon in je hart nog bij je is.  

    Nog een aantal vragen die kinderen vaak stellen:

    Hoort ze mij nog? Wie gestorven is hoort of voelt niets meer.

    Ik heb nog nooit een dood lichaam gezien, hoe is dat? Hoe voelt dat? Vertel hoe een dood lichaam er uit ziet en hoe het voelt. Dan zijn kinderen voorbereid op het moment wanneer ze werkelijk de overledene gaan zien. Het lichaam is koud en stijf. Het is bleek en ligt opgebaard, dat wil zeggen dat de mensen van de begrafenisonderneming het lichaam mooi gelegd hebben op een soort van bed, zodat wij nog kunnen gaan kijken en afscheid nemen.

    Wat gebeurt er met het lichaam? Ofwel wordt een lichaam gecremeerd, ofwel begraven. Het lichaam wordt in een kist gelegd en dat wordt begraven in de grond. Na een tijdje vind je niets meer van het lichaam. Het wordt verteerd door de aarde.

    Kan ik die persoon nog zien? Je kan de persoon nadat het lichaam begraven is niet meer zien. Foto’s zijn dan nog een manier om die persoon te zien.

    Kan ik nog praten met die persoon? De persoon hoort je niet meer. Je kan in jezelf wel dingen vertellen tegen die persoon als je wil.

    Is dood zijn zoiets als slapen? Als je slaapt, dan adem je en klopt je hart. Je lichaam voelt warm aan. Als je dood bent, dan adem je niet meer en is je hart gestopt met kloppen. Het lichaam voelt dan koud aan.

    Doet dood zijn pijn? Wie dood is, voelt helemaal niets. Het lichaam werkt niet meer. Het hoort, ziet en voelt niets meer. Hij heeft ook  geen honger of dorst en ook geen pijn.

    Mijn man en ik gaan altijd heel open in op alle vragen die onze kinderen hebben. Ik wil hen de informatie geven die ze vragen.
    Kinderen hebben dit nodig om de wereld te kunnen bevatten en zich veilig te voelen.
    Je past de informatie wel aan aan de leeftijd van je kind. Je gaat bijvoorbeeld minder in op details.  Maar dingen verzinnen of verdraaien doe ik niet.
    Of zeggen dat ze daar niet over moeten nadenken doe ik zeker nooit. Als je de neiging hebt om dat te doen, ga eens na hoe moeilijk jij het hebt met de waarheid?  Of welke boodschappen jij hebt meegekregen in je opvoeding toen je kind was? Vaak herhalen we wat we zelf hebben meegekregen, omdat we zelf niet geleerd hebben hoe we er anders mee om kunnen gaan.

    Dus nogmaals, omschrijf zo veel mogelijk:  Opa ademt nu niet meer. Zijn hart klopt niet meer. Zijn lichaam voelt koud en stijf aan. Het is bleek en ziet er wat anders uit dan toen opa nog leefde. Het zien van de overledene helpt kinderen vaak om het overlijden te bevatten. Laat je kind voelen als het wil. Benoem dat je kind dat misschien wat eng vindt, en dat dat normaal is wanneer je voor het eerst een overledene ziet.


    Wat kan helpen bij het afscheid nemen

    Ik herinner mij nog goed toen ik voor het eerst een overledene zag.
    Ik was 12 jaar toen mijn grootvader, die heel vaak bij ons was, overleed.
    Toen ik het bericht hoorde, maakte ik allerlei voorstellingen van een dood lichaam, en hoe eng het wel niet moest zijn. Maar ik wilde ook graag mijn grootvader nog een keer zien.

    De volgende ochtend toen ik mijn overleden grootvader ging groeten, viel er een pak van mijn hart. Het was helemaal niet zo eng als ik me had voorgesteld. Het stelde me eerder gerust. Ik kon hem nog voelen en stilletjes in mezelf tegen hem praten. Dat was wat ik nodig had om afscheid te kunnen nemen en het overlijden een plaats te geven. Het zien van mijn overleden grootvader heeft mij juist geholpen in mijn rouw- en afscheidsproces.

    Vaak willen volwassenen dit mooier voorstellen dan het is, om hun kind te behoeden voor pijn en verdriet. Maar dan voelen kinderen dat het niet klopt. En dan krijgen ze het gevoel dat wat ze voelen niet klopt en beginnen ze aan zichzelf te twijfelen. Dit zal eerder hun openheid over hun verdriet afremmen. 


    Afscheid nemen doet pijn

    Als je een dierbare verliest voel je veel pijn en verdriet. Zo’n sterk gevoel verdwijnt niet zomaar, dat heeft tijd nodig.
    Verdriet komt er vaak uit in tranen, maar kan ook op andere manieren. Dat je je rot voelt, en sneller boos wordt bijvoorbeeld.

    Bij kinderen kan verdriet heel snel afwisselen met plezier maken en spelen. Je kan niet constant verdrietig zijn. Het verdriet komt in golven. Het is goed om de golf van verdriet er te laten zijn op het moment dat het er is.
    Je kind kan er over tekenen of schrijven als praten moeilijk is.
    Je kan samen met je kind een herinneringsboekje maken van de overledene.

    Het is fijn om in je gezin te kunnen delen over je verdriet. Een gesprekje of een gezamenlijke huilbui brengt jullie vaker dichter bij elkaar dan wanneer iedereen zijn gevoelens voor elkaar probeert te verbergen. Gewoon er zijn voor elkaar is vaak al genoeg. Weet dat pijn en verdriet bij het leven horen. Zo leer je je kind er mee omgaan.
     

    Kinderboeken over afscheid en rouw

    Hier vind je nog een aantal titels van boeken die kunnen helpen om het gesprek met je kind op gang te brengen:

    1. Dood zijn, hoe lang duurt dat? Werner Storms
    2. Verhalen voor Gevoelige Oortjes 2 (De Lelieweg),  Wendy Janssens (boek bij mij verkrijgbaar)
    3. Straal Stella, straal! (verlies van zusje of broertje) Veerle Wouters
    4. Ik en mijn herinneringen, (verlies van een huisdier) Baeckens books, Bakermat uitgeverij.
    5. Over de grote rivier, Armin Beuscher, Cornelia Haas
    6. Overal en ergens, Pimm van Hest


    Merk je dat dit thema je raakt, of dat je zelf nog met vragen zit rond je eigen verliesverleden, dan ben je steeds welkom voor een gesprek. Contacteer me via hello@karinfrancken.be.

    Warme groet,

    Karin


  • Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Karin Francken - kiezen voor wat belangrijk is

    Heb jij het gevoel dat je regelmatig achter de feiten aanloopt en overspoeld wordt door de veelheid in je leven?
    Of heb je het gevoel dat je niet meer weet waarom je doet wat je doet, en dat je maar verder doet omdat je het nu eenmaal al zo lang doet?
    Of heb je het gevoel dat je de dingen doet, omdat anderen het van je verwachten?

    Dit is herkenbaar voor vele ouders, en vooral moeders. We leven in een hectische wereld en met de komst van kinderen wordt het er zeker niet gemakkelijker op.
    Het vraagt steeds meer van ons om bewuster te gaan leven. 
    Dat wil zeggen dat je ook bewuster stil gaat staan bij jezelf, bij je gevoelens en je gedachten. En dat je je vragen gaat stellen zoals: Waarvoor doe ik de dingen in mijn leven? Wat vind ik er precies zo belangrijk aan? 

    Je leven is constant in verandering. Ooit heb je bepaalde keuzes gemaakt, vanuit wie je toen was en wat je toen deed en wist.
    Die keuzes hebben je gebracht tot waar je nu staat in je leven.

    Ondertussen staat je leven niet stil: jij bent veranderd, je omstandigheden zijn veranderd.
    Dan kan het zijn dat het niet meer lekker voelt in je leven, in je relatie(s) of in je werk.
    Je kan niet meteen je vinger erop leggen, maar je voelt gewoon dat het niet meer klopt.

    Dat is een goed moment om stil te staan bij jezelf en bij je leven.

    Drijfveren of waarden

    Weet jij wat écht belangrijk is in je leven, waar jij voor staat en waar jij je voor wil inzetten?

    Dat zijn drijfveren. Dat is waar jij waarde aan hecht, waar jij je voor wil inzetten en wat jou motiveert om dingen te doen. Deze geven betekenis aan je leven.

    Als jij meer grip op je leven wil, is het goed dat je je waarden eens op een rijtje zet!

    Verschil in waarden

    Waarden zijn heel persoonlijk en zijn voor iedereen verschillend.
    Het kan zijn dat jij waarden meedraagt uit je opvoeding, die jij dus hebt mee gekregen van je ouders.
    Ook de cultuur en de tijdsgeest waarin we leven kunnen je drijfveren mee bepalen.
    Maar ook wie je bent en jouw persoonlijkheid geven mee richting aan jouw waarden.

    Als er onenigheid ontstaat, heeft dit heel vaak te maken met het verschil in waarden. Tussen jou en je partner, tussen jou en het bedrijf waarvoor je werkt,  tussen jou en je ouders of tussen jou en je kind.

    Ik geef je graag even een voorbeeld.
    Je werkt al jaren voor hetzelfde bedrijf en de laatste tijd ‘voelt’ het gewoon niet meer kloppen. Maar je kan niet helemaal te pakken krijgen wat er nu eigenlijk speelt.

    Verschillende oorzaken kunnen hier spelen: Het kan zijn dat je andere waarden hebt dan destijds toen je voor dat bedrijf begon te werken. Als beginnend werknemer sta je nog voor veel open, je wil ontdekken en uitproberen. Halfweg de dertig wil je toch wel meer je stempel gaan drukken en meer kiezen voor wat jij belangrijk vindt. Je staat door jouw levenservaring ondertussen anders in het leven en in het werk. 
    Dat is een moment waarop het vaak gaat wringen en niet meer goed voelt.

    Ga eens na wat jouw waarden werkelijk zijn! En onderzoek wat de waarden van het bedrijf waarvoor je werkt eigenlijk zijn. Zet deze vervolgens eens naast elkaar. Zie je overeenkomsten of zie je vooral verschillen? Als je vooral verschillen ontdekt, moet je niet ver zoeken waarom je je niet meer lekker voelt in de job die je doet.

    Een ander voorbeeld is de relatie met je partner. In het begin zag je vooral de overeenkomsten in jullie relatie. Ondertussen heb je misschien kinderen gekregen en sta je anders in het leven. Ook je partner is veranderd. Als je niet regelmatig communiceert over wat en hoe, dan kan je het gevoel krijgen dat je uit elkaar groeit. Zie dit als een signaal om alles eens op een rijtje te zetten, eerst voor jezelf, dan voor jullie als koppel, dan voor jullie als gezin.

    Mijn waarden hielpen me meer balans in mijn leven te brengen.


    Mijn waarden op een rij.

    Vanaf het moment dat er bij ons kinderen kwamen, had ik het gevoel dat alles (te) veel was. Zeker tijdens de babyjaren van onze kinderen. Ik was vaak moe en had het gevoel niet mee te kunnen in de race waarin we leven. 

    Heel vaak kon ik niet beantwoorden aan verwachtingen van de maatschappij, mijn familie en vrienden. Maar heel vaak waren het verwachtingen die ik dacht te moeten invullen. “Want anders ben ik niet meer mee”, dacht ik dan.

    Een aantal jaren geleden zette ik voor mezelf mijn waarden nog eens op een rij. Eén van mijn belangrijkste waarden is Gezin.
    Door dit zwart op wit te zien staan, viel er een hele last van mijn schouders.
    Ik kon nu voor mezelf erkennen en toegeven dat Gezin heel belangrijk is voor mij. Door dit besef werd het gemakkelijker om keuzes te maken.
    Zo vind ik het nu niet meer erg wanneer ik niet naar een feestje kan omwille van onze gezinssituatie. Vroeger had ik altijd het idee dat ik veel miste. Dat heb ik nu niet meer.
    Ik kies er echt voor om mijn leven in te vullen volgens de waarden die ik belangrijk vind.
    Zo geef ik mijn leven zelf meer vorm en heb ik het gevoel alles meer in de hand te hebben.
    Ik voel me ook niet meer schuldig hierdoor en heb gewoon meer balans in mijn leven. 

    Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Ben je benieuwd hoe jij dit voor jezelf kan uitzoeken? Volg dan de stappen hieronder!

    1. Maak een top 5 van je drijfveren:

    Zet de waarden of drijfveren die er echt toe doen op dit moment in je leven op een rij.
    Denk bijvoorbeeld aan: ambitie, dienstbaarheid, avontuur, gezin/familie, zinvolheid, geld/financiële stabiliteit, erkenning, creativiteit, kennis, altruïsme, leiderschap, harmonie, onafhankelijkheid, resultaatgericht, schoonheid, sportiviteit, persoonlijke ontwikkeling, vrijheid, balans, duurzaamheid, zekerheid, uitdaging, gezondheid, structuur, teamwork, passie, ontspanning, professionaliteit, relaties, spiritualiteit, maatschappij, …

    2. Maak een keuze:

    Wil je hier werkelijk voor gaan? Wil je je werkelijk inzetten om dit te bereiken in je leven? Alleen als het antwoord JA is, zal je gemotiveerd zijn om iets te DOEN.

    3. Actie:

    Welke actie(s) kan jij ondernemen om deze waarde meer ruimte te geven in je leven? Noteer een concrete actie die jij de komende tijd gaat doen, zodat deze waarde die jij belangrijk vindt, meer ruimte krijgt in je leven. Zorg dat je met een haalbare actie start. 

    4. Beren op de weg:

    Let op wat je op je weg en in je dagelijkse leven tegen komt: vragen, situaties, omstandigheden, mensen die om keuzes vragen. Denk daarbij telkens na of dit aansluit bij de waarden die jij echt belangrijk vindt of niet. Met andere woorden: wil jij tijd en energie steken in dingen die ‘op je weg’ komen en niet echt aansluiten bij je belangrijkste waarden? Of kies je om je eigen drijfveren te volgen en zo meer balans te creëren in je leven?

    Veel succes!


    Heb jij …

    • het gevoel dat het (té) veel is in je leven?
    • te veel twijfels over jezelf?
    • het gevoel dat je te veel volgens verwachtingen van anderen leeft? 
    • het gevoel dat je niet (meer) écht tot rust kan komen?
    • het gevoel overprikkeld te zijn?

    Contacteer mij dan vrijblijvend voor een Inzichtsessie. We onderzoeken samen waar je tegenaan loopt en wat de stappen zijn die jij daarin nodig hebt om er uit te geraken!

    Warme groet,

    Karin


  • Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden - Karin Francken

    In opvoeden bestaat geen quick fix of één bepaalde manier die voor iedereen past.
    Het is een zoeken. Afgestemd opvoeden is een proces. Het is niet een techniek die, eens je die onder de knie hebt, je altijd kan toepassen.  
    Je leert anders naar opvoeden kijken en naar je aanpak.
    Je vertrekpunt is anders. 

    Daarbij zijn de volgende vragen belangrijk:

    Wie is jouw kind?
    Wie ben jij?
    Wat is de situatie?
    Hoe is jouw kind op dat moment?
    Hoe voel je jezelf op dat moment?

    Er zijn heel wat elementen die meespelen in het zoeken naar een gepast antwoord.

    Focus op gedrag

    De meeste opvoedingsmethoden zijn op gedrag gericht. Als je dit of dat doet of zegt, dan zal het gedrag veranderen. Dan zal je kind het gedrag afleren of aanpassen. 

    Maar gedrag is enkel dat wat we zien aan de buitenkant bij ons kind. Achter gedrag zitten gevoelens, gedachten en behoeften. Die zijn de drijvende kracht achter het gedrag.

    Dus als we gedrag proberen te fixen, gaan we voorbij aan wat er achter zit.

    Wat is “je afstemmen”?

    Je afstemmen op je kind, op jezelf en op de situatie vraagt tijd en energie.

    Het is geen kwestie van consequent zijn in elke gelijkaardige situatie.

    Want dan ga je voorbij aan wat jouw kind ervaart op dát moment.

    En misschien heeft de boze bui van je kind helemaal niets te maken met de situatie van dat moment. Maar misschien is het een opeenstapeling van spanning die er op dat moment uit moet.

    Bij afgestemd opvoeden ga je rekening houden met de (in eerste instantie) niet-zichtbare gevoelens, gedachten en behoeften van je kind achter het gedrag.

    Je gaat je dieper intunen op je kind. Je gaat kijken wat er precies speelt bij je kind.
    Daarbij ga je uit van een groter geheel: wie is je kind op mentaal, emotioneel, fysiek en spiritueel vlak?

    Je stelt jezelf ook andere vragen, zoals:
    Hoe kan ik mijn kind helpen? Wat zijn belemmeringen voor mijn kind?
    Hoe kan ik een autoriteit zijn voor mijn kind, zonder autoritair te zijn? Met andere woorden, hoe kan ik richting geven zonder al te sturend te zijn? 

    En wat kom ik bij mezelf tegen? Wat zijn mijn eigen gedachten en gevoelens?
    Hoe bepalen die mijn doen en laten?  Wat zijn mijn triggers?

    Als je je hiervan bewuster wordt, dan is dat voor jou als ouder ook weer een groeikans. Het gaat met andere woorden niet alleen over je kind, maar ook over jezelf.

    Afgestemd opvoeden is denken op lange termijn

    Het vertrekpunt bij afgestemd opvoeden en bewust ouderschap is waar we naar toe willen op lange termijn. Willen we vooral dat kinderen zich aanpassen en leren gedragen naar de norm, dan krijgen we een andere opvoeding dan wanneer we op lange termijn willen dat onze kinderen in staat zijn tot zelfsturing, tot warme relaties, dat ze hun talenten kennen en dat ze weten om te gaan met tegenslagen in hun leven.

    Afgestemd opvoeden gaat over zoeken naar een vorm die past voor jou als ouder en die past naargelang de behoeften van je kind en wie je kind is.

    Controle en macht

    Het oude opvoeden is vooral gericht op controle houden en macht hebben over kinderen. Een kind hoort te luisteren naar volwassenen. En als een kind zich niet gedraagt zoals het ‘hoort’, dan doen we er alles aan om het gedrag bij te sturen. Hiervoor moeten we onze wil en macht opleggen aan kinderen en ontstaan er vaak discussies en machtsstrijd. Dan hebben we straffen en belonen nodig om kinderen naar ons te doen luisteren.

    Maar veel is niet controleerbaar en maakbaar in opvoeding. Er gebeuren vaak dingen die we niet voorzien hadden en waarvan we ons afvragen: ‘wat moet ik hiermee doen?’

    Dat is het moment waarop we ons als ouders onmachtig gaan voelen. En dat voelen we niet graag.

    De uitdaging bij afgestemd ouderschap

    We moeten onze angst voor het gevoel van onmacht en het niet-weten onder ogen durven zien.

    Het onbekende is voor ons, mensen, een echte uitdaging.

    We houden van nature van voorspelbaarheid zodat we controle houden.

    Maar dat is dus niet mogelijk met kinderen. En eigenlijk is het dat nooit in het leven.

    Je hebt wel elke keer een keuze met wat er op je pad komt met je kind, namelijk: “Wat doe ik hiermee?”

    Ga je straffen en het gedrag bijsturen?
    Of ga je kijken wat er achter zit en wat er innerlijk speelt bij je kind?

    “In een nieuw bewust ouderschap moeten we durven zoeken naar nieuwe antwoorden en ons niet door onze angst laten bepalen.”


    Geen vrije opvoeding

    Afgestemd ouderschap wil niet zeggen dat je alles maar aan je kind overlaat. Dat is een vrije opvoeding waarbij je weinig of geen sturing geeft aan je kind.

    Een kind heeft wel degelijk een leidende ouder nodig die richting weet te geven in het leven van het kind, zonder sturend te zijn. Richting geven wil zeggen dat je voor je kind een houvast bent en een oriëntatiepunt waarop hij of zijn steeds kan terugvallen. Een kind kan de wereld nog niet bevatten, en wij moeten duidelijkheid en handvatten bieden waaraan het kind zich kan vasthouden.

    Drie bouwstenen van Aware Parenting als basis in Afgestemd Opvoeden

    Aletha Solter is de grondlegger van Aware Parenting.  Zij heeft drie elementen samen gebracht die belangrijk zijn in het bewust ouderschap.

    • Hechting bevorderen: zorgen voor een goede relatie met je kind, je steeds opnieuw verbinden met je kind en jezelf daarin openen. Dit geeft het kind de ruimte om zichzelf te openen en de hechting met jou aan te gaan. In elke levensfase is dit anders. Volgens mij is dit de belangrijkste sleutel in de relatie met je kind en om je taak als ouder te kunnen doen.
    • Herstel van stress en trauma: doorheen de dag maakt je kind van alles mee. Er is niet altijd ruimte om dit te ontladen. Spanning die opstapelt moet ruimte krijgen om te ontladen. Daarvoor is het belangrijk dat je als ouder deze emoties empathisch kan ontvangen.
    • Democratische discipline: Meestal wordt straffen en belonen gebruikt als maatregel. Maar hoe kan je dit op een democratische manier, waarbij het kind beluisterd wordt en een inbreng heeft? Zodat een kind dit op natuurlijke manier leert en integreert. Het vraagt tijd en ruimte om in verbindende communicatie te gaan met je kind en zo tot de beste oplossing voor iedereen te komen.


    Effecten van een afgestemde aanpak

    Als kinderen ruimte voelen en zich gehoord voelen, creëren ze een gezond gevoel van eigenwaarde. Ze ervaren dat ze er toe doen en dat hun inbreng evenwaardig is. Ze voelen zich gerespecteerd. Ze kunnen beter hun grenzen aangeven. Het leidt tot een betere band met je kind. Daardoor zal je kind ook makkelijker meewerken en doen wat je vraagt. Op deze manier ben je een natuurlijke autoriteit, zonder dat je dit autoritair moet aanpakken. Zonder dat je met dwang je wil moet opleggen aan je kind.

    Tot slot

    Opvoeden is geen ‘altijd’ in elke situatie. Er bestaat geen quick fix. Het is steeds opnieuw een samen zoeken. Het gaat met vallen en opstaan. Maar eens je hier je weg in gevonden hebt, ga je merken hoe het werkt en hoe opvoeden voor een groot deel natuurlijk gaat.

    De term Afgestemd Opvoeden is in het leven geroepen door Jürgen Peeters. Hij is auteur van het boek ‘Kinderen zijn geen puppy’s. De kracht van zelfsturing in opvoeding.’ Een echte aanrader!

    Heb je vragen?

    Ook in mijn trajecten stem ik me af op jou en je gezinssituatie. Wat zijn jouw uitdagingen in de opvoeding van je kind(eren)? Wat heb jij nodig?  Wat heeft je kind nodig?

    Wil je graag weten hoe ik jullie kan helpen? Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie via hello@karinfrancken.be

    Van harte

    Karin

  • Vertragen

    Vertragen

    vakantie met kinderen


    Hoe gaat het bij jullie in de vakantieperiode?
    Loop je geregeld tegen elkaar aan?
    Of is het relaxed voor jullie?

    In de vakantieperiode, wanneer de kinderen (vaker) thuis zijn, gaat alles toch even anders.

    Alles gaat trager met kinderen

    In het begin van de vakantie merkte ik dat de kinderen tijd nodig hadden om aan dit ritme te wennen. Nu hebben ze weer hun eigen flow gevonden in alles. Onze kinderen genieten van het spelen thuis en op hun eigen tempo dingen te kunnen doen. Een grote tuin geeft heel wat mogelijkheden, dat geluk hebben we wel en de trampoline geeft oneindig veel plezier, bij onze kinderen toch.
    Maar het gaat niet altijd van een leien dakje.
    Zeker niet wanneer zussen en broers regelmatig ruzie maken of wanneer er maar één kind is. Of wanneer kinderen vaker (te) laat gaan slapen of moeite hebben met een onregelmatig ritme, kampen moeten volgen voor opvang tijdens de vakantie terwijl de ouders gaan werken,…

    Tijd en aandacht verdelen

    Soms heb ik mijn to do-lijstje van dingen die ik graag wil afwerken.
    In de vakantie staan er bij mij ook al eens andere klusjes op  die tijdens het jaar blijven liggen. En dan kan ik heel wat in mijn hoofd hebben wat ik wil doen, maar met kinderen in huis loopt het altijd even anders.
    Wanneer de kinderen aandacht komen vragen op één of andere manier, door te zeuren, door ruzie te maken, door een uitstapje te vragen, door een tussendoortje te vragen, door te vragen om mee te spelen, …  geraak ik niet waar ik wilde zijn.

    Soms vraag ik uitstel aan de kinderen, maar ik kan niet altijd ‘nee’ of ‘straks’, of ‘wacht nog even’ of ‘eerst nog even dit’ zeggen.

    Controle loslaten

    Gisteren nog wilden onze kinderen pannenkoeken bakken.
    Nu lukt het mij al aardig om dan te zeggen: “ik laat los waar ik mee bezig ben en ik ga mee pannenkoeken bakken”. En dit zonder het vervelend te vinden.

    Er zijn andere momenten waarop ik me dan druk maak over iets wat daardoor niet af geraakt. Wat ik dan voel is dat ik niet echt aanwezig kan zijn bij de kinderen en plezier kan hebben aan de activiteit met hen.
    En dan ben ik van niets tevreden: niet van samen met de kinderen iets te doen, en niet van wat ik af wilde krijgen. Dan voel ik vooral onrust en frustratie.

    Eén van de dingen die me helpen om me over te geven aan de flow die er is met de kinderen, is het plezier wat ik er uit haal.
    Blijf ik me focussen op het werk dat ik nog wil af krijgen, dan geraak ik geïrriteerd. En dat is voor niemand fijn, want de kinderen voelen dat ook.
    Geef ik me er aan over, dan is het plezier voor iedereen.

    Dat loslaten lukt me zeker niet altijd!  Ik kan ook echt gefocust blijven op wat ik gedaan wil hebben. Maar dat brengt heel wat spanning. En dan verlies ik sneller mijn geduld met de kinderen.

    De gulden middenweg

    Je hoeft natuurlijk niet op elke vraag van je kinderen in te gaan. Het is zoeken naar de gulden middenweg.
    Soms helpen onze kinderen ook al eens met een klusje. Ze leren weer iets bij en je bent ook samen iets aan het doen. En dat komt dan weer je band met je kind ten goede.
    Als ze meewerken, dan gaat dat met een trager tempo of gebeurt het toch op een andere manier dan ik voor ogen had. Dat neem ik er dan maar bij.

    Ik merk dat het steeds zoeken is naar balans. Er zijn momenten dat de onze kinderen komen hangen in mijn buurt. Ze zoeken dan echt mijn nabijheid.

    Wat iedereen altijd veel deugd doet, is dat ik gewoon op de grond ga zitten, gezellig op een deken buiten bijvoorbeeld, en dat er uitgebreid geknuffeld wordt. Daarna gaat ieder weer zijn eigen weg.

    Vertragen

    Alles gaat wat anders en trager met kinderen. Het is onvoorspelbaar.

    Samenleven met kinderen vraagt gewoon om te vertragen.
    Om de controle los te laten.
    Om mee te gaan in een andere flow.
    En dat is niet altijd gemakkelijk in de drukte van het leven waar we veel ‘moeten’ doen. Maar zeker de moeite waard om het te doen!

    Eigenlijk helpen kinderen ons bij het vertragen in ons leven.
    Het helpt mij om dingen in een ander perspectief te zien en meer in het hier en nu aanwezig te zijn. En eigenlijk is dat een geschenk!
    Waar we anders maar doorgaan, staan we dan even stil.

    Zucht.


    Warme groet,

    Karin


  • Vakantie met je gezin: fun of stress?

    Vakantie met je gezin: fun of stress?

    Zomer is een tijd waarin alles even anders is.
    De structuur van elke dag die je gewend bent doorheen het jaar, valt weg.
    Je moet opvang regelen als jij nog werkt, de vakantie voorbereiden, de kinderen zijn hele dagen thuis,…

    Is vakantie voor jou fun? Of betekent dit voor jou extra stress?
    Het kan natuurlijk ook beide zijn 🙂

    Aanpassen aan een ander ritme

    Doordat de kinderen in een ander ritme leven tijdens de vakantie, vraagt dit van hen een aanpassing. Het vraagt even zoeken voor ze hun draai vinden nu ze ineens zoveel tijd ervaren die ze zelf kunnen invullen. Dan kan het zijn dat ze extra aandacht vragen.

    Daarbij kan het zijn dat er een aantal nieuwe, onbekende en spannende dingen op het programma staan: Op reis gaan, op kamp gaan, gaan logeren, een uitstap,…

    Vooral het feit dat je (jonge) kind geen zicht heeft op wat er gaat gebeuren, kan zorgen voor spanning. Of als hij/zij nog niet weet hoe vakantiebestemming er zal uitzien, omdat jullie er nog nooit geweest zijn.

    Maar evengoed een ongeplande dag, waar je gewoon thuis bent, en je kind zelf kan kiezen wat hij/zij doet, kan voor verveling en ook spanning zorgen.
    Ga maar eens na hoe het voor jou is als jij ineens een zee van tijd voor je hebt. Weet jij dan onmiddellijk wat je wil doen? En kan jij alles ineens loslaten?
    Voor de meesten onder ons, die gewend zijn altijd bezig te zijn, is dit niet gemakkelijk.

    Tips voor jullie vakantie

    Om met het andere ritme om te gaan, voor jezelf en voor je kinderen, zet ik een aantal tips op een rijtje. Het lijken voor de hand liggende dingen, maar net doordat het eenvoudige tips zijn, ga je er misschien te snel aan voorbij.

    1. Structuur

    Een bepaalde vorm van structuur geeft voor de meeste kinderen een zekere rust. Dit kan je doen door een overzichtskalender van de vakantie te maken. Heel leuk is om dit samen met je kind te doen! Op die kalender kan je aanduiden wat je kind wanneer gaat doen: logeren bij oma en opa, op reis vertrekken, een kamp bij de jeugdbeweging of naar de opvang. Door het visueel te maken, kan je kind het beter vatten.

    2. Vervelen

    Vaak vervelen kinderen zich als ze ineens zoveel tijd hebben. Velen vullen graag met schermen, zoals TV, computer, I-pad, … hun tijd. Maar toch is het goed om de schermtijd te beperken. Vervelen mag! Net in die lege momenten kan een creatieve bezigheid ontstaan. Kinderen zijn het zo gewend dat alles voor hen gedaan of geregeld wordt. Maar in die lege ruimte worden ze gestimuleerd om zelf meer creatief te gaan nadenken. Soms duurt dit een tijdje. Maar jij kan ze aanmoedigen. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat ze wel op iets zullen komen en dat ze nog even moeten wachten of nadenken. En dat het helemaal niet erg is om je te vervelen!
    Bedenk ook even dit: hoe kijk jij zelf naar ‘vervelen’? Hoe is het voor jou als je kind zeurt omdat hij/zij zich verveelt? Heb je dan de neiging om een oplossing te zoeken voor je kind? Of…?

    3. Buiten spelen

    Stimuleer je kinderen om buiten te spelen! Zomer is de meest ideale tijd om buiten te spelen (hoewel ik vind dat elk seizoen zich daartoe leent!).
    Het binnen- en buitenlopen is gewoon gemakkelijker nu.
    En waarom zou je niet samen met je kinderen spelen? Dit werkt ineens versterkend voor jullie band! Als je voelt dat je kind aandacht vraagt op één of andere manier, is samen spelen heel leuk!
    Als je 10 minuten samen met je kind speelt, dan help je je kind op weg in het spel, geef je hem/haar aandacht die hij/zij vraagt, en dat verbetert ineens jullie relatie! Dat heeft dus verschillende voordelen.

    Tips voor als je op reis gaat:

    • Bereid je vakantie samen voor, zodat je kinderen een beter zicht krijgen op wat er staat te gebeuren. Brainstorm over wat ieder van jullie graag wil doen op vakantie.
    • Voorzie leuke dingen voor in de auto: een luisterverhaal, muziek, boekjes, spelletjes, filmpjes. Wij doen het zelfs altijd zonder schermpjes, en dat werkt prima. Als de kinderen het lastig krijgen, is het meestal omdat ze moe zijn, honger hebben of onze aandacht willen en even connectie willen maken. Dan stoppen we even om de benen te strekken of om iets te eten en om lekker te knuffelen.
    • Zorg voor voldoende en gezond eten onderweg. Als je kinderen honger krijgen en je kan niet onmiddellijk pauze nemen, dan is het fijn om een gezond tussendoortje aan te bieden!
    • Ga eens na wat jij verwacht van je vakantie. Op vakantie gaan met de kinderen is heel anders dan wanneer je zonder kinderen zou gaan. Als je er op voorhand rekening mee houdt dat het wel eens anders zou kunnen lopen dan jij in je hoofd hebt, dan ga je op het moment zelf er rustiger mee kunnen omgaan. Belangrijk is wel dat je rekening houdt met je eigen behoeftes, en met je partner bespreekt wat je nodig hebt, zodat je in de mate van het mogelijk hier tijd en ruimte voor kan maken.
    • Geef jezelf voldoende tijd om aan het nieuwe ritme te wennen. De meeste mensen hebben 2 à 3 dagen nodig om los te komen van het werkritme. En je hoeft geen grootse dingen te doen om een fijne vakantie te hebben samen. Het klinkt cliché, maar het zit hem in de kleine dingen en in de aandacht waarmee je bij je gezin aanwezig kan zijn.

    Ik wens je een gezellige en deugddoende vakantie, samen met je gezin!


    Merk je dat je regelmatig last hebt met de emoties van je kind(eren), het gekibbel, het gezeur, het gedrag waar je maar geen vat op krijgt? Merk je dat je vaak moet dreigen met een straf of een beloning en voelt dit niet echt goed? En merk je dat je zelf feller reageert dan je zou willen?  Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie, en we kijken samen wat je nodig hebt en hoe ik jou kan helpen!

    Mail mij: hello@karinfrancken.be


    Hartelijke groet,

    Karin

  • Je kind helpen groeien in vertrouwen.

    Je kind helpen groeien in vertrouwen.

    -Het is eigenlijk heel simpel.

    Wat?
    Simpel, vraag je je misschien af?

    In theorie wel, maar in de praktijk word je al snel met jezelf geconfronteerd met wat jij zelf geleerd hebt in jouw opvoeding.

    Bijvoorbeeld:
    – dat kinderen moeten luisteren naar volwassenen,
    – dat jij de ouder bent en dat jij het moet weten,
    – dat kinderen leren luisteren door te straffen en te belonen,  
    – dat volwassenen het beter weten dan kinderen,
    – dat je ze niet te veel aandacht moet geven als ze boos zijn,
    – dat als kinderen te veel ruimte krijgen ze over je heen zullen lopen,
    – …

    Je valt met andere woorden sneller dan je wil terug op wat jij hebt meegekregen in jouw opvoeding. 

    Basisbehoeften van een kind

    Laat ik eerst even stilstaan bij een aantal belangrijke basisbehoeften van een kind.

    Een kind heeft het nodig om gezien te worden, om zich veilig te voelen, om getroost te worden, een gevoel van zekerheid te hebben en connectie te voelen met de ouder(s). Naast deze behoeften heb je natuurlijk ook nog de behoefte aan eten, geborgenheid, slaap, leren, spanning ontladen, enzovoort. 

    Kinderen hebben volwassenen (heel vaak nog) nodig om in deze behoeften te voorzien. En kind kan dat nog niet voor zichzelf.

    Hoe kunnen wij onze kinderen tegemoet komen in hun behoeften?

    Vanuit een bewustzijn in het hier en nu kijken naar ons kind: wie is mijn kind op dit moment? In welke ontwikkelingsfase zit hij of zij? Wat is de situatie? Wat heeft mijn kind nodig nu?

    Dat vraagt van ons als ouder dat we open staan voor wat zich aandient. Onvoorwaardelijk en zonder oordelen leren kijken naar ons kind en de situatie.

    We moeten met andere woorden het beeld dat we hebben van hoe we willen dat onze kinderen zijn loslaten! Misschien heb je een plan in je hoofd waar zijn leven naar toe moet, welke diploma’s hij moet behalen, hoe goed hij moet zijn in bepaalde vaardigheden, enzovoort.

    Kan je je kind zien zoals hij is? Kan je je kind ontvangen zoals hij is? Op deze manier gaat je kind zich écht gezien voelen, en leert hij zichzelf ook serieus nemen. Zo leert hij zichzelf zien en aanvaarden zoals hij is.

    Hoe kan jij je kind zien zoals hij werkelijk is?

    In de eerste plaats is het belangrijk om de gevoelens van je kind serieus te nemen. Als je kleuter valt en huilt, dan ga je niet zeggen “zo erg is dat niet, je moet niet huilen.” Daarmee veeg je de ervaring van je kind weg waardoor er verwarring ontstaat in zijn eigen gevoel. Je kind ervaart wel degelijk pijn of is geschrokken en door het huilen ontlaadt hij spanning.  Je kind geruststellen dat het in orde is, is iets anders dan zijn gevoelens negeren.

    De grootste valkuil voor de meeste ouders is dat we het willen oplossen voor ons kind. Liefst zo snel mogelijk. We hebben niet graag dat ze pijn hebben. De neiging is dan om er maar snel overheen te gaan.

    Maar een kind wil op dat moment niet echt een oplossing. Wel troost en aandacht en de openheid dat de ervaring er helemaal mag zijn. Dit kan je doen door bijvoorbeeld te zeggen:
    “Ik zie dat je pijn hebt”,
    “Ik ben hier voor jou totdat jij terug OK bent”.

    Dat geeft kinderen zekerheid en vertrouwen dat jij aan hun kant staat.
    Je kind ervaart hierdoor dat hij mag zijn wie hij is, dat hij authentiek mag zijn.

    Van helper naar observator

    In plaats van oplossingen aan te reiken en een pleister op de wonde te plakken, ga eens kijken naar wat er echt is.
    Observeer en laat je ideeën en vooroordelen los. Dat is een hele uitdaging! Meestal zit er onder wat je ziet, nog een andere boodschap of vraag van je kind.
    Reageert je kind bijvoorbeeld heel boos, dan zit daaronder een andere behoefte dan wat je ziet gebeuren.
    Kijk vanuit een nieuwsgierigheid, zoals kinderen vaak dingen onderzoeken. Stel je voor wat er in een kinderhoofd zou kunnen omgaan en leef je daarin in.

    Maak tijd en ruimte om met aandacht bij je kind aanwezig te zijn.

    Heel vaak zitten we in de maalstroom van het leven. Er moet zoveel gebeuren en we draven maar door.

    Wanneer onze kinderen thuis komen van school bijvoorbeeld. Je gaat onmiddellijk aan de slag met het bereiden van het avondeten. Je zet de kinderen aan om hun huiswerk te maken. Je doet je best om hen op tijd in bed te stoppen zodat ze voldoende nachtrust hebben.  
    Hoeveel tijd heb je werkelijk om met aandacht bij de bezigheden van je kind aanwezig te zijn?

    Tijd en ruimte te maken om naar je kind te luisteren met je volle aandacht versterkt je band en komt de basisbehoeften die je kind heeft ten goede: gezien worden, gevoel van veiligheid en zekerheid, troost voelen.
    Of gewoon even samen zijn, zodat je kind ruimte voelt om dingen van de dag te kunnen vertellen of om vragen te stellen. De gesprekjes die dan ontstaan geven jou de gelegenheid om meer zicht te krijgen op hun leefwereld en waar zij mee bezig zijn.
    Het gaat niet altijd over grootse dingen. En er hoeft niet altijd iets gezegd te worden. Soms is in stilte samen zijn ook wat nodig is.

    Het is een manier om je kind beter te leren kennen en te leren begrijpen.
    En dat geeft jou de gelegenheid om je kinderen te helpen om te worden wie ze zijn. Zo kan jij ze helpen om te groeien in vertrouwen. 


    Warme groet

    Karin

  • Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Heb jij ook wel eens angst dat je het niet goed doet als ouder?

    Heb jij ook wel eens dat gevoel dat je je kind niet kan helpen zoals je zou willen?
    Je twijfelt aan jezelf omdat je steeds weer in discussies en machtsstrijd terecht komt.
    Je gelooft dat je aanpak niet goed is. Je gelooft dat jij niet goed genoeg bent als ouder.
    Als jij goed genoeg zou zijn, zou het wel beter gaan.

    Machteloos

    Eén van de moeilijkste dingen in de opvoeding van de kinderen vind ik zelf dat ik ze niet kan helpen. Ik zie en voel dat mijn kind niet goed in haar vel zit en dat ze worstelt met iets, en dat ik niet tot haar kan doordringen. Het gevoel dat ik geen contact kan maken haar op een dieper niveau. Dat vind ik een hele moeilijke!

    Ik merk soms dat ik zelf zó getriggerd geraak door wat er gebeurt met mijn kind, dat het mij emotioneel heel erg raakt. Dan wil ik het oplossen voor haar, dan wil ik zo graag dat ze dat niet moet ervaren! 

    Als ik dan stilsta en dieper ga voelen, dan kom ik meestal bij mijn eigen ervaringen als kind uit. Ik zie dan dat mijn kinderen iets gelijkaardigs meemaken. En ik wil ze gaan behoeden voor de pijn die ik zelf heb ervaren destijds. 

    Dan dénk ik dat zij het ook op die manier ervaren. En dat wil ik niet. Als ik denk aan hoe eenzaam ik mij gevoeld heb als kind bijvoorbeeld, dan wil ik niet dat mijn kinderen dat ervaren.

    Wat is werkelijkheid?

    Wat we denken te zien is niet altijd de werkelijkheid.
    De werkelijkheid is meestal gekleurd.
    We hebben onze eigen, vaak onbewuste ervaringen die meespelen als we naar onze kinderen kijken.
    We hebben onze oordelen over wat er gebeurt met hen.
    We hebben onze angsten voor wat we zien gebeuren, vanuit onze eigen ervaringen. Onbewust.

    We hebben angst dat wij ons kind niet kunnen helpen. En dat we daardoor geen goede ouder zijn.


    Wat speelt er?

    Er zijn zoveel facetten die meespelen in de relatie met ons kind. Soms kan dat zo verwarrend zijn. Alsof we er niet uit geraken.

    Zo werd ik onlangs getriggerd door wat mijn dochter meemaakte.
    Ze voelde niet echt aansluiting bij andere kinderen van haar leeftijd.
    Ik merkte dat ik daar zo emotioneel op reageerde.
    Ik merkte ook hoe ik begon te vechten tegen dat gevoel in mezelf. Er werd bij mij oud verdriet aangeraakt rond de eenzaamheid en er niet bijhoren. En dat verdriet wilde ik niet voelen. Dat is zo naar. Dat bracht zoveel herinneren mee naar boven die ik liever niet wilde.  

    Het gebeurde eerst vooral onbewust. Maar ik merkte ook dat ik buiten proportie reageerde op wat mijn dochter ervaarde. Want zelf zat ze er niet zo heel erg mee. Ze lag er alleszins niet van wakker. 

    Vanuit mijn eigen angsten had ik de neiging om oplossingen voor haar te gaan zoeken en overbezorgd te reageren. 


    Kinderen behoeden van pijn.

    Onze kinderen behoeden van nare ervaringen kunnen we niet. Het is onbewust wel één van onze diepste wensen.

    We kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een kleuter een veilige plek heeft in huis om te spelen en te ontdekken. We kunnen echt gevaarlijke spullen tijdelijk weg nemen. Dan creëren we als ouder een veilige context. Maar we kunnen niet behoeden dat ze valt en zich pijn doen.

    Pijn, frustratie en tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven.


    Wat kan je doen als ouder?

    We kunnen als ouder wel openstaan voor hun ervaringen.

    Als een kind valt en heel hard begint te huilen, hebben we eerder de neiging om te zeggen: “Je moet niet huilen, het is niet zo erg. Het is niets.” Dan negeren we daarmee eigenlijk de ervaring van ons kind. Voor het kind is dat namelijk wel erg op dat moment.

    Als we openstaan, dan geven we erkenning voor wat er is. Dan zeggen we: ‘Ik zie dat je je pijn hebt gedaan.’ ‘Dat doet wel heel erg pijn dat je gevallen bent. Kom maar hier.’ En je pakt je kind op schoot.

    Kweken we daarmee ‘flauwe’ kinderen? Nee, zeker niet.

    Door dit gebaar vinden kinderen een veilige plek om hun spanning van de pijn te ontladen. De spanning verdwijnt uit hun lichaam en ze kunnen weer gaan spelen. Net daardoor bouwen ze veerkracht op.
    Ze ervaren dat ze het wel doorkomen en dat emoties gevoeld mogen worden. Kinderen leren dat emoties bij het leven horen.

    Ze ervaren dat wat ze voelen OK is en dat ze mogen voelen wat ze voelen. Dat hun ervaring “klopt”.
    Want als we zeggen: ‘Dat is niet zo erg’, dan gaan ze twijfelen aan wat ze voelen. Dan gaan ze twijfelen aan zichzelf.

    Als wij als ouders hen ontvangen met wat er is, zonder oordeel, dan leren ze vertrouwen op wat ze zelf voelen. Dan leren ze zichzelf aanvaarden met alles wat er is. 

    Als ouder is het belangrijk om onze diepere angsten onder ogen te zien. Dan kunnen we anders kijken naar de ervaringen die onze kinderen hebben. 

    Twijfelen aan jezelf als ouder is misschien wel een deel van het opvoeden. Je wordt constant uitgedaagd met nieuwe vraagstukken. Je wordt uitgedaagd om jezelf in vraag te stellen.

    Maar twijfel kan je ook onderuit halen en in de weg staan!
    Dan is het goed om hulp te zoeken!


    Wil jij er uit geraken hoe het nu is in je gezin?

    Wil jij met meer vertrouwen in je ouderschap staan en duidelijker richting kunnen geven aan je kinderen?


    Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie en we kijken samen wat je nodig hebt en hoe ik je kan helpen.

    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76


    Van harte!