Frustratie - boosheid - agressie
“Waarom sla jij je broer?”
Dat is onze eerste reactie als we zien dat er agressie is tussen broertjes en zusjes.
We willen weten hoe iets gebeurd is, wat de aanleiding was, wie wat gedaan heeft, waarom die het gedaan heeft.
We willen dingen uitklaren. Het onrecht moet helder worden.
We benaderen de situatie op deze manier vanuit ons verstand.
Op dat moment kan een kind echter niet ‘nadenken’. Emotie is al wat er is op dat moment voor een kind.
Wanneer een kind aanvalt, dan zit daar een bron van frustratie achter.
Een kind kan ergens boos over zijn en zitten mokken. Er zijn wat woorden.
Als dat de nodige ruimte krijgt, dan zakt het weer.
Wanneer boosheid gepaard gaat met de energie van aanvallen, dan hebben we het over agressie. Maar eerst even stilstaan bij frustratie.
Wat is frustratie?
Als iets niet werkt zoals je wil, dan zorgt dat voor frustratie.
Als iets gaat zoals je niet wil, dan zorgt dat voor frustratie.
Nu zijn er bij kinderen heel veel dingen die niet gaan zoals ze willen.
Er zijn dus heel wat bronnen van frustratie.
Zeker peuters en kleuters ervaren heel wat dingen in hun leven die (nog) niet werken. Ze kunnen heel veel dingen nog niet, omdat ze de nodige vaardigheden nog niet hebben, of omdat het nog te gevaarlijk is voor hen.
Peuters zijn heel direct in het uiten van frustratie. Ze leven vanuit hun emotie. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van hun brein, waardoor ze nog niet in staat zijn het op een andere manier te uiten. Het heeft met andere woorden te maken met het feit dat ze onvolwassen zijn.
Onze valkuil is dat we heel graag willen weten waarom ons kind aanvalt of uitbarst.
Het is wel fijn om dat te weten, want dat geeft je meer begrip.
Maar we kunnen dat niet altijd te weten komen. Een kind weet het zelf vaak niet eens.
Belangrijk om te weten is dat “iets niet werkt” voor je kind. En daardoor is hij gefrustreerd.
Om agressie te verminderen moeten we dus in eerste instantie frustratie verminderen.
Hoe zorgen we dat frustratie geen agressie wordt?
Als iets niet werkt, dan proberen we daar verandering in te brengen.
Dat doen we zelf ook. En dat probeert je kind ook te doen.
Als de verandering lukt, dan is de frustratie meestal ook verdwenen.
Soms kan het zijn dat we niet weten wat eigenlijk de oorzaak is van frustratie.
Dan proberen we dingen te veranderen, maar lost het eigenlijk niet op.
Als je nee zegt tegen je kind, terwijl die eigenlijk jou probeert te overhalen om verandering te brengen in zijn situatie wat hem frustreert, dan gaat de deur naar verandering voor je kind dicht.
Je kind doet nog vergeefse pogingen om verandering te brengen, maar merkt dan dat het niets meer uitmaakt.
Dat geeft extra frustratie.
Je kind vraagt bijvoorbeeld om TV te kijken. Je zegt 'neen' en je kind geraakt gefrustreerd. Hij zal nog een aantal pogingen doen om je te overhalen. Je blijft bij je neen. Je kind merkt dan dat het niets uitmaakt om te blijven proberen.
Als je kind merkt dat zijn pogingen niet werken, dan zijn er twee uitwegen:
- Je kind zal zich daarin berusten en je neen aanvaarden
- of je kind zal nog meer in de weerstand gaan.
Jonge kinderen komen meestal tot tranen en vinden zo berusting en aanvaarding in je ‘neen’. Dan komt er opnieuw rust.
Berusting is een proces van emoties. Het heeft tijd nodig om te bezinken.
Op het moment dat het echt doordringt bij je kind dat jij rustig bij je “neen” blijft, dan komen er tranen om te accepteren wat niet kan op dat moment.
Het agressieve gedrag zie je vaker bij jonge kinderen
Met name jonge kinderen kunnen fel reageren. Voor hen lijkt alles belangrijk en groot.
Hun brein is namelijk nog niet voldoende ontwikkeld om het in perspectief te plaatsen.
In de eerste 5 levensjaren moet een kind veel huilen om frustratie door te komen.
Daarna leert het om er anders mee om te gaan of kan het sneller tot berusting komen.
Doordat een kind regelmatig tot de ervaring van berusting of adaptatie kan komen, dus tot tranen kan komen, ontwikkelt een kind veerkracht.
Als een kind niet tot tranen komt, dan heeft het moeite met zich kwetsbaar op te stellen en zal het zich afweren. Dat betekent dat de frustratie waarschijnlijk ergens in hem blijft bestaan.
Wanneer een kind ouder wordt (vanaf 5-6-7 jaar), is hij is staat om gemengde gevoelens te hebben over een situatie.
Bijvoorbeeld boos zijn op iemand en tegelijkertijd die persoon ook graag zien.
Of tegelijkertijd de neiging om ongehoorzaam te zijn en ook de angst om gestraft te worden.
Dan zal de energie die leidt naar agressie afgezwakt worden.
De kern van agressie
Het probleem van de agressie is meestal het feit dat ze niet tot berusting en dus tot tranen kunnen komen.
Of dat kinderen nog niet in staat zijn om tot gemengde gevoelens te komen die helpen om de aanval te temperen of af te zwakken.
Het is vooral belangrijk om deze frustratie er te laten zijn en er bij te blijven. Dat geeft hen ruimte om tot tranen te komen en zo leren ze daar doorheen te komen.
Koppel daarom het gedrag los van het probleem (de bron van frustratie).
Hoe kan je omgaan met de agressie van je kind?
Een aantal tips:
1) Blijf zelf rustig in het volhouden van je boodschap, ook al leidt dat tot frustratie bij je kind.
2) Streef er naar dat je kind geen schade kan toebrengen of om de schade te beperken.
3) Ga niet redeneren, een les leren, waarden overdragen en dingen uitleggen. Dat kan wel achteraf op een rustig moment.
4) Benoem heel eenvoudig de “overtreding”, het gedrag. Een kind weet meestal heel goed dat wat hij doet niet OK is.
5) Laat voelen dat frustratie hebben geen probleem is en dat het wel eens gebeurt dat je ontploft.
6) Nadat de emotie gezakt is, kan je afspreken om over het probleem te spreken. Vanuit verbinding.
7) Niet te veel tijd en energie blijven steken in het incident. Zo kan het wegebben.
8) Even alles loslaten, niet in het gevecht gaan tijdens de storm.
9) Leg de nadruk op de frustratie (de aanleiding tot het gedrag, als je die al weet) en niet het gedrag zelf. “Jij bent gefrustreerd.”
10) Zeg op neutrale toon wat je ziet “Je benen willen stampen.” “Er komen lelijke woorden uit je mond.”
11) Help je kind door zijn frustratie en driftbui om tot zijn tranen te komen.
12) Je kind niet afleiden van de frustratie maar in het gevoel houden zodat het kind tot huilen komt.
Dit gaat met vallen en opstaan. De ene keer lukt het al beter dan de andere keer. De ene keer kan je zelf ook rustiger blijven dan de andere keer. Het is steeds opnieuw zoeken en proberen ruimte te vinden voor de frustratie van je kind. En misschien ook voor je eigen frustratie.
Heb je vragen?
Geraak je er zelf niet goed uit, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen.
Ik help je graag verder!
Voor meer info en een afspraak kan je telefonisch of via mail contact opnemen: 0477/23.86.76 of hello@karinfrancken.be
Hartelijke groet,
Karin