Tag: Verbindend opvoeden

  • Stress bij kinderen

    Stress bij kinderen

    stress bij kinderen - Karin Francken

    Er ligt best wel wat druk op onze kinderen.
    We hebben het vaak zelf niet door omdat het onze manier van leven is geworden.
    De prestatie- en de tijdsdruk is de voorbije 25 jaar stapsgewijs gestegen, dat we niet meer door hebben hoe groot die druk eigenlijk is.

    Maar misschien kunnen we het feit dat steeds meer kinderen en volwassenen uitvallen als signaal nemen.  En vooral zoeken naar een antwoord op de vraag: Hoe kunnen we daar iets aan veranderen?
    Hoe kunnen we ons kind daarbij helpen?

    Als een leerkracht onder druk staat omdat er zoveel administratie moet gebeuren en ze ook nog eens zoveel leerlingen moet meekrijgen in het verhaal van de doelstellingen die behaald moeten worden tegen het einde van het schooljaar, hoe ontspannen kan die dan voor de klas staan? We geven de druk die we zelf voelen overal door aan onze kinderen. Omdat wij moeten voldoen aan allerlei normen, verwachten we dat ook van onze kinderen.

    Kinderen ervaren steeds meer stress. Ouders voelen veel meer stress. Vaak met ruzies tot gevolg. Ouders die zich machteloos voelen en kinderen die het gevoel hebben dat het nooit genoeg is.  Waar gaat dit naartoe?

    Om dit beter te begrijpen is het goed om meer zicht te krijgen op wat stress is en wat mogelijke oorzaken zijn van die stress.


    Stress

    Op zich is er niets mis met stress. Het is namelijk een natuurlijke reactie van ons lichaam op iets wat spanning veroorzaakt.  Als er een kans is dat we pijn gaan lijden, fysiek, emotioneel of sociaal, dan reageert ons lichaam met stress. 
    Er komen stresshormonen vrij (o.a. adrenaline, noradrenaline en cortisol) en het lichaam maakt zich klaar om te vechten, te vluchten of te bevriezen.

    Een stressreactie merk je aan de fysieke reacties: de bloeddruk stijgt, de hartslag versnelt, de ademhaling versnelt, er is een grotere zuurstofopname in het bloed, er gaat meer bloed naar het hart, de hersenen en de spieren, de spieren spannen zich aan, de spijsvertering vertraagt, je gaat zweten en het gevoel van pijn vermindert.

    Ons systeem is zo gemaakt dat het eerder te snel gaat reageren op mogelijk gevaar dan te traag. Stress is eigenlijk een gezonde natuurlijke reactie op bedreigende situaties.  Je bent alerter en het helpt je om goed te handelen in noodsituaties. En als het gevaar geweken is, dan komt het lichaam terug in rusttoestand.  Althans, dat zou toch moeten…

    Het probleem tegenwoordig is echter dat veel situaties als bedreigend worden ervaren, vaak psychisch. En we hebben te weinig ruimte om tot rust te komen.
    Als dit lang blijft duren, kunnen we in een chronische stresstoestand komen.
    En dat is ongezonde stress.  
    Het is vaak niet meer in balans.  En dan wordt de draaglast groter dan de draagkracht.

    Stressoren en symptomen van stress

    De oorzaken van stress, oftewel de stressoren, zijn heel uiteenlopend.
    Vaak staan we er niet bij stil welke situaties mogelijks tot stress kunnen leiden bij onze kinderen. We zijn zo gewoon om in deze snel veranderende wereld te leven en maar door te gaan, en staan er te weinig bij stil.  
    Ik zet mogelijke stressoren voor je kind hier onder op een rijtje.

    Veranderingen zijn een belangrijke oorzaak van stress voor kinderen.
    Denk maar aan: ziekte, verbouwingen, verhuis, wonen in twee huizen na scheiding van de ouders, nieuwe school, nieuwe club, nieuwe leerkracht, overlijden van een dierbare, verhuis van een vriendje,…

    Veranderingen hebben vaak echt meer tijd nodig om te landen bij een kind dan we denken. Als een kind daarin te weinig erkenning krijgt, dan staat het er dus alleen voor met zijn emoties rond dit gebeuren. En dat kan nog voor meer stress zorgen. Veranderingen horen wel bij het leven, maar elk kind heeft zijn eigen tempo daarin om er aan te wennen.

    De druk die op kinderen gelegd wordt is ook een belangrijke oorzaak van stress. Denk maar aan: te veel taken, prestatiedruk, tijdsdruk (vb. ochtend- of avondrush en hoe je praat tegen je kind tijdens deze momenten), doelstellingen moeten halen terwijl ze er nog niet klaar voor zijn (vb. leren lezen), verwachtingen, te weinig erkenning krijgen voor hun emoties en behoeften, moeten werken voor aandacht, straffen en belonen, geen ruimte voor eigen inbreng of creativiteit, geen ruimte voor vrij spelen, conflicten, schermgebruik,…

    De grootste stressor voor kinderen is echter geen verbinding te voelen met mama of papa.  Als de relatie met mama of papa veilig is, met anderen woorden als het kind zich verbonden voelt, dan is er rust. Als dat niet is, dan zoeken kinderen eigenlijk onbewust constant naar die connectie. Daarbij zijn er drie basisvragen die kinderen constant bezit houden:

    • Word ik gezien?
    • Word ik gehoord?
    • Doe ik er toe? 


    Als stress chronisch wordt en als ons lichaam te weinig in een staat van rust komt, dan kan zich dat uiten in allerlei symptomen.  

    Fysiek kan een kind last krijgen van hoofdpijn, rugpijn, nekpijn, spijsverteringsproblemen, slaapproblemen, verminderde afweer waardoor het kind sneller ziek wordt.
    Psychisch kan dit leiden tot prikkelbaarheid, angst, machteloosheid, verveling, piekeren, laag zelfbeeld, minder concentreren,…
    Gedragsmatig zie je vaker uitbarstingen en woedeaanvallen, druk gedrag, zich terug trekken en afsluiten, huilen, problemen op school, problemen met vriendjes, eetproblemen, pesten,…

    Te veel stress

    Bij een teveel aan stress kan een kind eigenlijk niet meer kiezen hoe hij reageert. Zijn overlevingsbrein neemt het dan over.  In een rusttoestand is je neo-cortex of ook wel het mensenbrein, actief en kan je creatief denken, zie je oplossingen en kan je redeneren. Daarom kan je niets uitleggen aan je kind op het moment dat hij in zijn emotie zit. Pas als de emotie gezakt is kan je een gesprek aangaan met je kind.

    Als een systeem onder stress staat dan heeft je kind meer behoefte aan controle en voorspelbaarheid.  
    Als je kind in overlevingsmodus zit, dan is het geen tijd om te leren, geen tijd om te verbinden, geen tijd om te eten en te verteren, geen tijd voor zelfreflectie, geen tijd voor creativiteit en dromen.

    Het is zo belangrijk dat stress en spanning ontladen kunnen worden en het lichaam terug in een rusttoestand kan komen.


    Hoe kan je je kind helpen bij stress?

    Zeven tips om je kind te helpen bij het ontladen van stress:


    1. Bouw een warme band op met je kind.

    Maak regelmatig connectie met je kind door mee te spelen, gesprekjes aan te gaan, je kind te ontvangen als hij thuis komt van school. Maak tijd om te luisteren.

    2. Een vriendelijke en niet-bedreigende sfeer thuis.

    Probeer de intentie van het kind te zien achter zijn gedrag of wat hij zegt. Maak ruimte voor begrip in plaats van irritatie.  Achter wat je kind zegt of doet zit een emotie of een behoefte om gezien of gehoord te worden. Probeer straffen of dreigen met straf te vermijden. Dit geeft extra druk en stress voor kinderen.

    3. Praat met je kind.

    Probeer te achterhalen wat er leeft bij je kind. Benoem gevoelens en gedachten, ook die van jezelf. Benoemen van de dingen geeft vanzelf al verlichting, je geeft daarmee erkenning aan wat er is bij je kind.

    4. Maak ruimte voor emoties.  Accepteer de emoties.

    Als je emoties gaat bestrijden of wil oplossen, dan versterken ze juist. Als je erg focust op de emotie en het feit dat die opgelost moet worden, dan leg je meer druk op dat gevoel en wordt het dus erger. Accepteer het gevoel van je kind. Als je ruimte maakt voor de emoties, dan blijf je in verbinding met je kind. Als je het gaat bestrijden, van verbreek je de verbinding. En geen verbinding met mama of papa geeft nog meer stress.

    5. Minder focus op prestaties en resultaat, meer focus op inzet en goede intenties.

    Het kind is meer dan zijn prestaties en zijn cijfers. Benoem andere kwaliteiten van het kind, het doorzettingsvermogen en de inzet. Accepteer zijn grens. Je kan je kind motiveren om het te proberen, maar niet pushen.  Geef complimenten, maar niet overdreven. Meen wat je zegt. Omschrijf duidelijk wat je waardeert als je een compliment geeft.

    6. Zie het potentieel in het kind. Laat voelen dat je vertrouwen hebt.

    Als je laat voelen dat je vertrouwen hebt in het kind, dan versterkt dat het zelfbeeld. Dat raakt aan gezien worden, een basisbehoefte van elk kind.

    7. Bouw ontspanning in, voorzie speeltijd.

    Plan je agenda niet te vol of schrap af en toe iets uit de agenda!
    Laat je kind vrij spelen. Spelen is dé manier om te verwerken, om te leren, om te integreren, om emoties te reguleren. Spelen bevordert het probleemoplossend vermogen. Spelen heeft geen doel. Kinderen kunnen hun grenzen ontdekken én verleggen. Het bevordert de ontwikkeling van het brein!



    Heb je vragen naar aanleiding van het thema Stress bij Kinderen?

    Als je voelt dat de druk in je gezin hoog is, en je ervaart veel stress, dan is het goed om je hierin te laten begeleiden.
    Neem vrijblijvend contact met mij op voor een afspraak via deze link!


    Warme groet,
       Karin



  • Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden - Karin Francken

    In opvoeden bestaat geen quick fix of één bepaalde manier die voor iedereen past.
    Het is een zoeken. Afgestemd opvoeden is een proces. Het is niet een techniek die, eens je die onder de knie hebt, je altijd kan toepassen.  
    Je leert anders naar opvoeden kijken en naar je aanpak.
    Je vertrekpunt is anders. 

    Daarbij zijn de volgende vragen belangrijk:

    Wie is jouw kind?
    Wie ben jij?
    Wat is de situatie?
    Hoe is jouw kind op dat moment?
    Hoe voel je jezelf op dat moment?

    Er zijn heel wat elementen die meespelen in het zoeken naar een gepast antwoord.

    Focus op gedrag

    De meeste opvoedingsmethoden zijn op gedrag gericht. Als je dit of dat doet of zegt, dan zal het gedrag veranderen. Dan zal je kind het gedrag afleren of aanpassen. 

    Maar gedrag is enkel dat wat we zien aan de buitenkant bij ons kind. Achter gedrag zitten gevoelens, gedachten en behoeften. Die zijn de drijvende kracht achter het gedrag.

    Dus als we gedrag proberen te fixen, gaan we voorbij aan wat er achter zit.

    Wat is “je afstemmen”?

    Je afstemmen op je kind, op jezelf en op de situatie vraagt tijd en energie.

    Het is geen kwestie van consequent zijn in elke gelijkaardige situatie.

    Want dan ga je voorbij aan wat jouw kind ervaart op dát moment.

    En misschien heeft de boze bui van je kind helemaal niets te maken met de situatie van dat moment. Maar misschien is het een opeenstapeling van spanning die er op dat moment uit moet.

    Bij afgestemd opvoeden ga je rekening houden met de (in eerste instantie) niet-zichtbare gevoelens, gedachten en behoeften van je kind achter het gedrag.

    Je gaat je dieper intunen op je kind. Je gaat kijken wat er precies speelt bij je kind.
    Daarbij ga je uit van een groter geheel: wie is je kind op mentaal, emotioneel, fysiek en spiritueel vlak?

    Je stelt jezelf ook andere vragen, zoals:
    Hoe kan ik mijn kind helpen? Wat zijn belemmeringen voor mijn kind?
    Hoe kan ik een autoriteit zijn voor mijn kind, zonder autoritair te zijn? Met andere woorden, hoe kan ik richting geven zonder al te sturend te zijn? 

    En wat kom ik bij mezelf tegen? Wat zijn mijn eigen gedachten en gevoelens?
    Hoe bepalen die mijn doen en laten?  Wat zijn mijn triggers?

    Als je je hiervan bewuster wordt, dan is dat voor jou als ouder ook weer een groeikans. Het gaat met andere woorden niet alleen over je kind, maar ook over jezelf.

    Afgestemd opvoeden is denken op lange termijn

    Het vertrekpunt bij afgestemd opvoeden en bewust ouderschap is waar we naar toe willen op lange termijn. Willen we vooral dat kinderen zich aanpassen en leren gedragen naar de norm, dan krijgen we een andere opvoeding dan wanneer we op lange termijn willen dat onze kinderen in staat zijn tot zelfsturing, tot warme relaties, dat ze hun talenten kennen en dat ze weten om te gaan met tegenslagen in hun leven.

    Afgestemd opvoeden gaat over zoeken naar een vorm die past voor jou als ouder en die past naargelang de behoeften van je kind en wie je kind is.

    Controle en macht

    Het oude opvoeden is vooral gericht op controle houden en macht hebben over kinderen. Een kind hoort te luisteren naar volwassenen. En als een kind zich niet gedraagt zoals het ‘hoort’, dan doen we er alles aan om het gedrag bij te sturen. Hiervoor moeten we onze wil en macht opleggen aan kinderen en ontstaan er vaak discussies en machtsstrijd. Dan hebben we straffen en belonen nodig om kinderen naar ons te doen luisteren.

    Maar veel is niet controleerbaar en maakbaar in opvoeding. Er gebeuren vaak dingen die we niet voorzien hadden en waarvan we ons afvragen: ‘wat moet ik hiermee doen?’

    Dat is het moment waarop we ons als ouders onmachtig gaan voelen. En dat voelen we niet graag.

    De uitdaging bij afgestemd ouderschap

    We moeten onze angst voor het gevoel van onmacht en het niet-weten onder ogen durven zien.

    Het onbekende is voor ons, mensen, een echte uitdaging.

    We houden van nature van voorspelbaarheid zodat we controle houden.

    Maar dat is dus niet mogelijk met kinderen. En eigenlijk is het dat nooit in het leven.

    Je hebt wel elke keer een keuze met wat er op je pad komt met je kind, namelijk: “Wat doe ik hiermee?”

    Ga je straffen en het gedrag bijsturen?
    Of ga je kijken wat er achter zit en wat er innerlijk speelt bij je kind?

    “In een nieuw bewust ouderschap moeten we durven zoeken naar nieuwe antwoorden en ons niet door onze angst laten bepalen.”


    Geen vrije opvoeding

    Afgestemd ouderschap wil niet zeggen dat je alles maar aan je kind overlaat. Dat is een vrije opvoeding waarbij je weinig of geen sturing geeft aan je kind.

    Een kind heeft wel degelijk een leidende ouder nodig die richting weet te geven in het leven van het kind, zonder sturend te zijn. Richting geven wil zeggen dat je voor je kind een houvast bent en een oriëntatiepunt waarop hij of zijn steeds kan terugvallen. Een kind kan de wereld nog niet bevatten, en wij moeten duidelijkheid en handvatten bieden waaraan het kind zich kan vasthouden.

    Drie bouwstenen van Aware Parenting als basis in Afgestemd Opvoeden

    Aletha Solter is de grondlegger van Aware Parenting.  Zij heeft drie elementen samen gebracht die belangrijk zijn in het bewust ouderschap.

    • Hechting bevorderen: zorgen voor een goede relatie met je kind, je steeds opnieuw verbinden met je kind en jezelf daarin openen. Dit geeft het kind de ruimte om zichzelf te openen en de hechting met jou aan te gaan. In elke levensfase is dit anders. Volgens mij is dit de belangrijkste sleutel in de relatie met je kind en om je taak als ouder te kunnen doen.
    • Herstel van stress en trauma: doorheen de dag maakt je kind van alles mee. Er is niet altijd ruimte om dit te ontladen. Spanning die opstapelt moet ruimte krijgen om te ontladen. Daarvoor is het belangrijk dat je als ouder deze emoties empathisch kan ontvangen.
    • Democratische discipline: Meestal wordt straffen en belonen gebruikt als maatregel. Maar hoe kan je dit op een democratische manier, waarbij het kind beluisterd wordt en een inbreng heeft? Zodat een kind dit op natuurlijke manier leert en integreert. Het vraagt tijd en ruimte om in verbindende communicatie te gaan met je kind en zo tot de beste oplossing voor iedereen te komen.


    Effecten van een afgestemde aanpak

    Als kinderen ruimte voelen en zich gehoord voelen, creëren ze een gezond gevoel van eigenwaarde. Ze ervaren dat ze er toe doen en dat hun inbreng evenwaardig is. Ze voelen zich gerespecteerd. Ze kunnen beter hun grenzen aangeven. Het leidt tot een betere band met je kind. Daardoor zal je kind ook makkelijker meewerken en doen wat je vraagt. Op deze manier ben je een natuurlijke autoriteit, zonder dat je dit autoritair moet aanpakken. Zonder dat je met dwang je wil moet opleggen aan je kind.

    Tot slot

    Opvoeden is geen ‘altijd’ in elke situatie. Er bestaat geen quick fix. Het is steeds opnieuw een samen zoeken. Het gaat met vallen en opstaan. Maar eens je hier je weg in gevonden hebt, ga je merken hoe het werkt en hoe opvoeden voor een groot deel natuurlijk gaat.

    De term Afgestemd Opvoeden is in het leven geroepen door Jürgen Peeters. Hij is auteur van het boek ‘Kinderen zijn geen puppy’s. De kracht van zelfsturing in opvoeding.’ Een echte aanrader!

    Heb je vragen?

    Ook in mijn trajecten stem ik me af op jou en je gezinssituatie. Wat zijn jouw uitdagingen in de opvoeding van je kind(eren)? Wat heb jij nodig?  Wat heeft je kind nodig?

    Wil je graag weten hoe ik jullie kan helpen? Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie via hello@karinfrancken.be

    Van harte

    Karin

  • Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Heb jij ook wel eens angst dat je het niet goed doet als ouder?

    Heb jij ook wel eens dat gevoel dat je je kind niet kan helpen zoals je zou willen?
    Je twijfelt aan jezelf omdat je steeds weer in discussies en machtsstrijd terecht komt.
    Je gelooft dat je aanpak niet goed is. Je gelooft dat jij niet goed genoeg bent als ouder.
    Als jij goed genoeg zou zijn, zou het wel beter gaan.

    Machteloos

    Eén van de moeilijkste dingen in de opvoeding van de kinderen vind ik zelf dat ik ze niet kan helpen. Ik zie en voel dat mijn kind niet goed in haar vel zit en dat ze worstelt met iets, en dat ik niet tot haar kan doordringen. Het gevoel dat ik geen contact kan maken haar op een dieper niveau. Dat vind ik een hele moeilijke!

    Ik merk soms dat ik zelf zó getriggerd geraak door wat er gebeurt met mijn kind, dat het mij emotioneel heel erg raakt. Dan wil ik het oplossen voor haar, dan wil ik zo graag dat ze dat niet moet ervaren! 

    Als ik dan stilsta en dieper ga voelen, dan kom ik meestal bij mijn eigen ervaringen als kind uit. Ik zie dan dat mijn kinderen iets gelijkaardigs meemaken. En ik wil ze gaan behoeden voor de pijn die ik zelf heb ervaren destijds. 

    Dan dénk ik dat zij het ook op die manier ervaren. En dat wil ik niet. Als ik denk aan hoe eenzaam ik mij gevoeld heb als kind bijvoorbeeld, dan wil ik niet dat mijn kinderen dat ervaren.

    Wat is werkelijkheid?

    Wat we denken te zien is niet altijd de werkelijkheid.
    De werkelijkheid is meestal gekleurd.
    We hebben onze eigen, vaak onbewuste ervaringen die meespelen als we naar onze kinderen kijken.
    We hebben onze oordelen over wat er gebeurt met hen.
    We hebben onze angsten voor wat we zien gebeuren, vanuit onze eigen ervaringen. Onbewust.

    We hebben angst dat wij ons kind niet kunnen helpen. En dat we daardoor geen goede ouder zijn.


    Wat speelt er?

    Er zijn zoveel facetten die meespelen in de relatie met ons kind. Soms kan dat zo verwarrend zijn. Alsof we er niet uit geraken.

    Zo werd ik onlangs getriggerd door wat mijn dochter meemaakte.
    Ze voelde niet echt aansluiting bij andere kinderen van haar leeftijd.
    Ik merkte dat ik daar zo emotioneel op reageerde.
    Ik merkte ook hoe ik begon te vechten tegen dat gevoel in mezelf. Er werd bij mij oud verdriet aangeraakt rond de eenzaamheid en er niet bijhoren. En dat verdriet wilde ik niet voelen. Dat is zo naar. Dat bracht zoveel herinneren mee naar boven die ik liever niet wilde.  

    Het gebeurde eerst vooral onbewust. Maar ik merkte ook dat ik buiten proportie reageerde op wat mijn dochter ervaarde. Want zelf zat ze er niet zo heel erg mee. Ze lag er alleszins niet van wakker. 

    Vanuit mijn eigen angsten had ik de neiging om oplossingen voor haar te gaan zoeken en overbezorgd te reageren. 


    Kinderen behoeden van pijn.

    Onze kinderen behoeden van nare ervaringen kunnen we niet. Het is onbewust wel één van onze diepste wensen.

    We kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een kleuter een veilige plek heeft in huis om te spelen en te ontdekken. We kunnen echt gevaarlijke spullen tijdelijk weg nemen. Dan creëren we als ouder een veilige context. Maar we kunnen niet behoeden dat ze valt en zich pijn doen.

    Pijn, frustratie en tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven.


    Wat kan je doen als ouder?

    We kunnen als ouder wel openstaan voor hun ervaringen.

    Als een kind valt en heel hard begint te huilen, hebben we eerder de neiging om te zeggen: “Je moet niet huilen, het is niet zo erg. Het is niets.” Dan negeren we daarmee eigenlijk de ervaring van ons kind. Voor het kind is dat namelijk wel erg op dat moment.

    Als we openstaan, dan geven we erkenning voor wat er is. Dan zeggen we: ‘Ik zie dat je je pijn hebt gedaan.’ ‘Dat doet wel heel erg pijn dat je gevallen bent. Kom maar hier.’ En je pakt je kind op schoot.

    Kweken we daarmee ‘flauwe’ kinderen? Nee, zeker niet.

    Door dit gebaar vinden kinderen een veilige plek om hun spanning van de pijn te ontladen. De spanning verdwijnt uit hun lichaam en ze kunnen weer gaan spelen. Net daardoor bouwen ze veerkracht op.
    Ze ervaren dat ze het wel doorkomen en dat emoties gevoeld mogen worden. Kinderen leren dat emoties bij het leven horen.

    Ze ervaren dat wat ze voelen OK is en dat ze mogen voelen wat ze voelen. Dat hun ervaring “klopt”.
    Want als we zeggen: ‘Dat is niet zo erg’, dan gaan ze twijfelen aan wat ze voelen. Dan gaan ze twijfelen aan zichzelf.

    Als wij als ouders hen ontvangen met wat er is, zonder oordeel, dan leren ze vertrouwen op wat ze zelf voelen. Dan leren ze zichzelf aanvaarden met alles wat er is. 

    Als ouder is het belangrijk om onze diepere angsten onder ogen te zien. Dan kunnen we anders kijken naar de ervaringen die onze kinderen hebben. 

    Twijfelen aan jezelf als ouder is misschien wel een deel van het opvoeden. Je wordt constant uitgedaagd met nieuwe vraagstukken. Je wordt uitgedaagd om jezelf in vraag te stellen.

    Maar twijfel kan je ook onderuit halen en in de weg staan!
    Dan is het goed om hulp te zoeken!


    Wil jij er uit geraken hoe het nu is in je gezin?

    Wil jij met meer vertrouwen in je ouderschap staan en duidelijker richting kunnen geven aan je kinderen?


    Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie en we kijken samen wat je nodig hebt en hoe ik je kan helpen.

    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76


    Van harte!


  • Frustratie: iets werkt niet voor je kind of lukt je kind niet.

    Frustratie: iets werkt niet voor je kind of lukt je kind niet.

    Hoe een gewoon gesprek leidt tot diepere frustraties.

    Deze ochtend bij het ontbijt, toen we met z’n allen aan tafel zaten en gezellig aan het babbelen waren, ging het gesprek over de koning en zijn kinderen. Hoeveel kinderen heeft de koning precies,  hoe zou het zijn om als kind in het koningshuis te leven, trouwen zij met ‘gewone’ mensen of alleen met mensen uit koninklijke families, hoe oud zijn de kinderen van de koning,…

    Een beetje verder in het gesprek hadden we het over vrienden van ons die ook 4 kinderen hebben, net als het gezin van de koning. Toen ging het over de leeftijd en we waren aan het vergelijken met de leeftijd van onze kinderen. Daar ontdekte onze jongste zoon, die nu 8 jaar is, dat hij jonger was dan al deze kinderen.
    En toen kwam ineens een gevoel bij hem naar boven waar hij waarschijnlijk al langer tegenaan loopt.
    Zijn gezicht sprak boekdelen, de tranen stonden in zijn ogen. Hij zei: “Ik ben overal de jongste. Ik vind het niet leuk om overal de jongste  te zijn.” Zijn verdriet was zo voelbaar op dat moment. Verdriet over iets waar hij geen vat op had. Hij kan dit feit in zijn leven niet veranderen. Het is zinloos om hier iets aan te willen veranderen. Hier liep mijn zoon tegen ‘vergeefsheid’ aan.

    Door dit voorval kon ik zien dat het al langer een frustratie van hem moet zijn geweest, dat hij overal de jongste is. In onze beide families zijn onze kinderen de jongsten en ook bij vrienden zijn onze kinderen de jongsten. Met diegenen waar we het meeste contact mee hebben, is mijn zoon meestal de jongste.

    Wat is vergeefsheid?

    Kinderen, en zeker jonge kinderen, lopen in hun leven tegen zóveel vergeefsheid aan. Ze hebben te maken met zoveel dingen die niet werken in hun leven, die ze nog niet kunnen of kennen. En daarbij staan ze vaak in een positie waar ze geen macht hebben:

    • Een juf die boos wordt en bij wie ze geen ruimte krijgen om hun kant van het verhaal te vertellen.
    • De pogingen die ze ondernemen om hun veter te strikken en het wil maar niet lukken.
    • Een grens die wij aangeven.
    • Het fietsen wat niet wil lukken.
    • Ze zien hun oudere broer of zus iets doen wat ze zelf nog niet kunnen.
    • Hun oudere broer of zus die sterker is dan hen.
    • Hun behoefte aan aandacht op momenten dat er niet geluisterd wordt.
    • Hun goede bedoelingen die uitdraaien op iets wat ze niet bedoeld hebben en deze goede bedoelingen worden niet gezien.
    • Je kind merkt dat hun vriendje al veel vlotter kan lezen of zwemmen of voetballen dan hij zelf.
    • Hun behoefte aan nabijheid wanneer er niemand beschikbaar is.
    • Het feit dat ze een mondmasker moeten dragen en dit hen echt geen fijn gevoel geeft.
    • Hobby’s die niet kunnen doorgaan door de coronamaatregelen.
    • Het feit dat ze nu hun grootouders niet kunnen bezoeken of niet kunnen knuffelen.
    • Dat we hun verjaardag niet kunnen vieren zoals gewoonlijk en dat er geen feestje is.

    Eigenlijk was deze situatie met onze zoon deze ochtend een mooi voorbeeld van teleurstelling te kunnen voelen, en de kwetsbaarheid die daarbij hoort te laten zien. Hij heeft het gevoeld, hoe het is om de jongste te zijn en hij heeft de niet zo fijne gevoelens die er bij horen gevoeld.

    Waarom zijn tranen zo belangrijk?

    Tranen maken dat kinderen (maar ook wij als volwassenen!) kunnen berusten in iets, in dat wat niet kan, in dat wat ze niet kunnen veranderen in hun leven of op dat moment.

    Met je hoofd weet je soms al wel dat iets niet kan, maar als je het ook gaat toelaten in je gevoel, dan kan het bezinken. Je gaat het met anderen woorden aanvaarden.

    Kinderen komen veel vergeefsheid in  hun jonge leven tegen, zoals eerder gezegd.  Zij moeten veel tranen laten over wat niet werkt en waar ze niets aan kunnen veranderen.
    Als je je kind daarin kan bijstaan, dan schep je een veilige ruimte voor je kind om te laten zijn wat er is.

    Als je kind kan ervaren en het gevoel kan toelaten dat iets niet werkt in zijn leven, dan komt er ruimte voor iets nieuws. Zo leert je kind om met uitdagingen en tegenslagen om te gaan en ontwikkelt hij veerkracht. 

    Doordat jij er bij kan blijven en ruimte geeft aan het gevoel van vergeefsheid bij je kind, dan kan je kind ontdekken dat het vergeefsheid overleeft. Dat is hoe veerkracht wordt opgebouwd. Door te leren aanvaarden dat soms dingen niet werken in je leven. En dat je dat overleeft.

    Als de spanning van frustratie kan ontladen door tranen, dan blijven kinderen zacht in hun hart.
    Als ze die tranen niet durven toelaten, als ze hun kwetsbaarheid niet durven tonen, dan kan die spanning leiden tot agressie en geraken ze ‘verhard’.

    Hoe kan jij je kind bijstaan in dit proces?

    Begin met het benoemen van de vergeefsheid.
    Bijvoorbeeld: “Ja, jij bent overal de jongste. Dat vind je niet fijn. Jij zou ook eens graag de oudste willen zijn of ouder willen zijn dan andere kinderen. Maar dat is in onze families niet zo.”

    Houd je kind in de vergeefsheid en blijf bij dit gevoel van vergeefsheid. Ga niet over andere dingen praten, ga niet afleiden.
    Vaak krijgen mensen het gevoel dat ze gaan dramatiseren op deze manier, maar dat is niet zo. Dat hangt af van de manier waarop je dit doet. Als je zelf kalm en rustig blijft, is het duidelijk voor je kind en schep je ruimte voor wat hij voelt.

    Creëer ruimte voor tranen bij je kind door teleurstelling en verdriet in je stem te leggen om te laten voelen dat je meeleeft met je kind.
    Bijvoorbeeld: “Ja, dat is echt niet fijn voor je. Dat doet je verdriet. Dat vind je jammer.”

    Wat doe je met je eigen gevoelens als ouder?

    Wat doet dit proces van vergeefsheid en aanvaarden bij jou?
    Misschien word je je bewuster van je eigen vergeefsheid in je leven?
    De tranen die jij nooit hebt kunnen of durven laten over dingen die niet werkten in je leven of anders zijn uitgedraaid dan je had gewild?
    Misschien loop je tegen je eigen vergeefse pogingen aan om je kinderen anders te gaan opvoeden en kom je steeds weer in je oude patroon van reageren terecht?

    Weet je, er is altijd een wisselwerking tussen jou en je kind, tussen wat er gebeurt met je kind en wat het bij jou doet. Het is niet of/of maar en/en.

    Dus het kan best zijn dat je ook jezelf tegen komt in dit proces!


    Ondersteuning nodig?


    Laat me weten wat er bij jou leeft, en wat je bezig houdt. Ik hoor en lees het graag! Contacteer me vrijblijvend voor een afspraak:
    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76

    Ik help je graag verder!

    Hartelijke groet,

    Karin

  • Werken aan de relatie met je kind.

    Werken aan de relatie met je kind.

    De kinderen spelen buiten.

    Het eten is bijna klaar en ik heb nog wat hulp nodig bij het dekken van de tafel.

    Ik steek mijn hoofd buiten en roep van ver: “Willen jullie de tafel dekken, we gaan direct eten!”

    Dat mag je toch al wel verwachten van zeven- en tienjarige kinderen, niet ;-)?

    Er komt niet echt reactie van hun kant.

    Ik voel me lichtjes geïrriteerd.

    Ik heb zelf nog wat werk met de maaltijd en daarna moeten we nog naar een hobby van de kinderen.

    Opnieuw vraag ik, enigszins geërgerd: “Willen jullie de tafel dekken!”

    Ik voel de tijdsdruk.

    Weer geen reactie, of misschien zelfs “Nee!”

    Zucht.

    Ik zou nog meer kunnen gaan eisen: “Jullie komen nú de tafel dekken!”

    Maar dan besef ik weer: eerst even contact maken.

    Eerst even zien of we verbonden zijn.

    Even naar ze toe gaan en iets zeggen of vragen over hun spel.

    De kinderen voelen dan: “Hé, mama is geïnteresseerd in wat we doen, ze is geïnteresseerd in ons.”

    Vol enthousiasme vertellen ze over hun spel.

    Daarna stel ik mijn vraag opnieuw over het dekken van de tafel.

    En plots zijn ze wel bereid.

    Wat is echt contact maken met je kind?

    “Werken aan de relatie en de relatie zal voor ons werken.”

    Als je bewust contact gaat maken met je kind, dan werk je in eerste instantie aan je relatie met je kind. Als die relatie goed zit, dan sta je in je kracht en is je kind sneller bereid je te volgen.

    Je gaat op dat moment niet in op het gedrag van je kind en gaat geen machtsstrijd aan. Zoals ik niet verder een punt ging maken van het feit dat ze niet naar mij luisterden om de tafel te dekken.

    Kinderen zitten in hun eigen wereld en zijn met heel andere dingen bezig dan wij als volwassenen.

    Je gaat dus intunen op je kind, zoiets van: “Hey, hoe gaat het met jou? Wat houdt je bezig?”

    De lijm in de relatie met je kind is hechting.

    Wat is hechting?

    Als je kind zich aan jou hecht, dan zal je kind makkelijker luisteren en jou volgen in wat je doet. Dan heb je invloed op je kind.

    Het is aan het kind om zich aan jou te hechten.
    Het is de essentiële band om je kind te kunnen begeleiden.
    Als een kind verbinding voelt met jou en zich aan jou hecht, dan wil je kind graag bij jou zijn en dingen aan jou vertellen.
    Het heeft dan de drang om fysiek dicht bij jou te zijn en zich emotioneel verbonden te voelen met jou.

    Opdat het kind zich aan jou kan hechten, is het nodig dat wij als volwassenen daarvoor ruimte scheppen.
    Als ouder zet je de eerste stappen om verbinding te maken. Telkens opnieuw nodig je het kind uit in die relatie.

    Soms lijkt het alsof onze kinderen niet geïnteresseerd zijn. Dan is het dus nodig om je kind eerst op te halen.  En dat jij de eerste stappen zet om contact te maken.

    Kenmerken van een goede hechting met je kind

    In een hechte relatie zal je merken dat je kind luistert, reageert op je vragen, je aanwijzingen volgt, op je vertrouwt, je hulp vraagt, graag bij je is, zich thuis voelt bij jou, je volgt, je leuk vindt, je graag pleziert en geen geheimen voor je heeft.

    Jij staat in je leiderspositie en je kind is volger. Dat is de natuurlijke verhouding tussen ouders en kinderen.
    Dat is iets wat we allemaal in ons hebben, maar wat we in onze maatschappij verloren lijken te hebben.

    Als jij het oriëntatiepunt kan zijn voor je kind, dan kan je kind op je terug vallen tijdens de lastige momenten.  En dat geeft een kind rust, wat er ook gebeurt.

    Een kind straffen

    Als je merkt dat je je machteloos voelt en moet dreigen met straf om je kind te laten luisteren, dan is het goed om naar jullie relatie te kijken.

    Je kind is op dat moment waarschijnlijk niet genoeg aan je gehecht en er is te weinig connectie.

    Op dat moment zoek je als ouder naar controle krijgen over je kind. Dat werkt niet.  Een kind straffen of onderwerpen aan voorwaarden (als… dan…) of geregeld afwijzen, zorgen ervoor dat ze zich gaan afsluiten en afweren en een defensieve houding gaan aannemen.

    Als je kind jou afwijst dan voelt je kind zich waarschijnlijk gekwetst en niet veilig genoeg om te tonen wat er precies scheelt.

    Het antwoord wat je kan geven in deze situatie is juist meer hechting en nabijheid. Dat wil zeggen: aan de relatie met je kind werken.

    Een aantal tips om je relatie met je kind te versterken:

    1. Laat aan je kind merken dat je graag in zijn/haar buurt bent. Je kan samen een spelletje spelen, knuffelen, een massage geven of gewoon in elkaars buurt zijn. Geef je kind eens vaker voorrang als hij iets vraagt, in plaats van te zeggen: “nu niet, straks!”
    2. Zoek naar dingen die jullie gemeenschappelijk hebben en accentueer deze.  Als je samen met je kind iets doet wat jullie beiden leuk of interessant vinden, dan versterkt dat jullie band.
    3. Laat je kind merken dat je aan zijn zijde staat. Steun je kind bijvoorbeeld als het een probleem heeft op school, zodat het voelt dat het niet alleen is.
    4. Laat je kind voelen dat hij/zij belangrijk is voor jou en dat je hem/haar koestert zoals hij is, uniek. Dit kan je doen door bijvoorbeeld verhalen van vroeger te vertellen, toen je kind klein was, of te zeggen welke kwaliteit je bij hem/haar bewondert.
    5. Laat geregeld je liefde voor je kind zien. Je kan dit doen door gewoon te zeggen: ‘ik hou van jou’ of ‘ik zie je graag’, of je aait je kind over zijn hoofd in het voorbijgaan of je glimlacht zomaar.

     “Een kind kan niet te veel gehecht zijn.
    Wel te oppervlakkig en te onzeker.”


    Hulp nodig?

    Contacteer me vrijblijvend voor een afspraak voor een Inzichtsessie en we kijken wat ik voor jullie kan betekenen.
    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76

    Hartelijke groet

    Karin

  • Agressie bij kinderen.

    Agressie bij kinderen.

    Frustratie – boosheid – agressie

    “Waarom sla jij je broer?”

    Dat is onze eerste reactie als we zien dat er agressie is tussen broertjes en zusjes.
    We willen weten hoe iets gebeurd is, wat de aanleiding was, wie wat gedaan heeft, waarom die het gedaan heeft.
    We willen dingen uitklaren. Het onrecht moet helder worden.
    We benaderen de situatie op deze manier vanuit ons verstand.

    Op dat moment kan een kind echter niet ‘nadenken’. Emotie is al wat er is op dat moment voor een kind.

    Wanneer een kind aanvalt, dan zit daar een bron van frustratie achter.

    Een kind kan ergens boos over zijn en zitten mokken. Er zijn wat woorden.
    Als dat de nodige ruimte krijgt, dan zakt het weer.

    Wanneer boosheid gepaard gaat met de energie van aanvallen, dan hebben we het over agressie. Maar eerst even stilstaan bij frustratie.

    Wat is frustratie?

    Als iets niet werkt zoals je wil, dan zorgt dat voor frustratie.
    Als iets gaat zoals je niet wil, dan zorgt dat voor frustratie.

    Nu zijn er bij kinderen heel veel dingen die niet gaan zoals ze willen.
    Er zijn dus heel wat bronnen van frustratie.

    Zeker peuters en kleuters ervaren heel wat dingen in hun leven die (nog) niet werken. Ze kunnen heel veel dingen nog niet, omdat ze de nodige vaardigheden nog niet hebben, of omdat het nog te gevaarlijk is voor hen.

    Peuters zijn heel direct in het uiten van frustratie. Ze leven vanuit hun emotie. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van hun brein, waardoor ze nog niet in staat zijn het op een andere manier te uiten. Het heeft met andere woorden te maken met het feit dat ze onvolwassen zijn.  

    Onze valkuil is dat we heel graag willen weten waarom ons kind aanvalt of uitbarst.
    Het is wel fijn om dat te weten, want dat geeft je meer begrip.
    Maar we kunnen dat niet altijd te weten komen. Een kind weet het zelf vaak niet eens.

    Belangrijk om te weten is dat “iets niet werkt” voor je kind. En daardoor is hij gefrustreerd.

    Om agressie te verminderen moeten we dus in eerste instantie frustratie verminderen.

    Hoe zorgen we dat frustratie geen agressie wordt?

    Als iets niet werkt, dan proberen we daar verandering in te brengen.
    Dat doen we zelf ook. En dat probeert je kind ook te doen.

    Als de verandering lukt, dan is de frustratie meestal ook verdwenen.
    Soms kan het zijn dat we niet weten wat eigenlijk de oorzaak is van frustratie.
    Dan proberen we dingen te veranderen, maar lost het eigenlijk niet op.

    Als je nee zegt tegen je kind, terwijl die eigenlijk jou probeert te overhalen om verandering te brengen in zijn situatie wat hem frustreert, dan gaat de deur naar verandering voor je kind dicht.
    Je kind doet nog vergeefse pogingen om verandering te brengen, maar merkt dan dat het niets meer uitmaakt.
    Dat geeft extra frustratie.

    Je kind vraagt bijvoorbeeld om TV te kijken. Je zegt ‘neen’ en je kind geraakt gefrustreerd. Hij zal nog een aantal pogingen doen om je te overhalen. Je blijft bij je neen. Je kind merkt dan dat het niets uitmaakt om te blijven proberen.

    Als je kind merkt dat zijn pogingen niet werken, dan zijn er twee uitwegen:

    1. Je kind zal zich daarin berusten en je neen aanvaarden
    2. of je kind zal nog meer in de weerstand gaan.

    Jonge kinderen komen meestal tot tranen en  vinden zo berusting en aanvaarding in je ‘neen’. Dan komt er opnieuw rust.
    Berusting is een proces van emoties. Het heeft tijd nodig om te bezinken.
    Op het moment dat het echt doordringt bij je kind dat jij rustig bij je “neen” blijft, dan komen er tranen om te accepteren wat niet kan op dat moment.

    Het agressieve gedrag zie je vaker bij jonge kinderen

    Met name jonge kinderen kunnen fel reageren. Voor hen lijkt alles belangrijk en groot.
    Hun brein is namelijk nog niet voldoende ontwikkeld om het in perspectief te plaatsen.
    In de eerste 5 levensjaren moet een kind veel huilen om frustratie door te komen.
    Daarna leert het om er anders mee om te gaan of kan het sneller tot berusting komen.

    Doordat een kind regelmatig tot de ervaring van berusting of adaptatie kan komen, dus tot tranen kan komen, ontwikkelt een kind veerkracht.

    Als een kind niet tot tranen komt, dan heeft het moeite met zich kwetsbaar op te stellen en zal het zich afweren. Dat betekent dat de frustratie waarschijnlijk ergens in hem blijft bestaan.

    Wanneer een kind ouder wordt (vanaf 5-6-7 jaar), is hij is staat om gemengde gevoelens te hebben over een situatie.
    Bijvoorbeeld boos zijn op iemand en tegelijkertijd die persoon ook graag zien.
    Of tegelijkertijd de neiging om ongehoorzaam te zijn en ook de angst om gestraft te worden.

    Dan zal de energie die leidt naar agressie afgezwakt worden.

    De kern van agressie

    Het probleem van de agressie is meestal het feit dat ze niet tot berusting en dus tot tranen kunnen komen.

    Of dat kinderen nog niet in staat zijn om tot gemengde gevoelens te komen die helpen om de aanval te temperen of af te zwakken.

    Het is vooral belangrijk om deze frustratie er te laten zijn en er bij te blijven. Dat geeft hen ruimte om tot tranen te komen en zo leren ze daar doorheen te komen.

    Koppel daarom het gedrag los van het probleem (de bron van frustratie).

    Hoe kan je omgaan met de agressie van je kind?

    Een aantal tips:

    1) Blijf zelf rustig in het volhouden van je boodschap, ook al leidt dat tot frustratie bij je kind.

    2) Streef er naar dat je kind geen schade kan toebrengen of om de schade te beperken.

    3) Ga niet redeneren, een les leren, waarden overdragen en dingen uitleggen. Dat kan wel achteraf op een rustig moment.

    4) Benoem heel eenvoudig de “overtreding”, het gedrag. Een kind weet meestal heel goed dat wat hij doet niet OK is.

    5) Laat voelen dat frustratie hebben geen probleem is en dat het wel eens gebeurt dat je ontploft.

    6) Nadat de emotie gezakt is, kan je afspreken om over het probleem te spreken. Vanuit verbinding.

    7) Niet te veel tijd en energie blijven steken in het incident. Zo kan het wegebben.

    8) Even alles loslaten, niet in het gevecht gaan tijdens de storm.

    9) Leg de nadruk op de frustratie (de aanleiding tot het gedrag, als je die al weet) en niet het gedrag zelf. “Jij bent gefrustreerd.”

    10) Zeg op neutrale toon wat je ziet “Je benen willen stampen.” “Er komen lelijke woorden uit je mond.”

    11) Help je kind door zijn frustratie en driftbui om tot zijn tranen te komen.

    12) Je kind niet afleiden van de frustratie maar in het gevoel houden zodat het kind tot huilen komt.

    Dit gaat met vallen en opstaan. De ene keer lukt het al beter dan de andere keer. De ene keer kan je zelf ook rustiger blijven dan de andere keer. Het is steeds opnieuw zoeken en proberen ruimte te vinden voor de frustratie van je kind. En misschien ook voor je eigen frustratie.

    Heb je vragen?

    Geraak je er zelf niet goed uit, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen.

    Ik help je graag verder!

    Voor meer info en een afspraak kan je telefonisch of via mail contact opnemen: 0477/23.86.76 of hello@karinfrancken.be


    Hartelijke groet,

    Karin  

  • Bewust Ouderschap is denken op lange termijn.

    Bewust Ouderschap is denken op lange termijn.

    Je hoort zoveel nieuwe en verschillende begrippen rond opvoeden en ouderschap: mild ouderschap, bewust ouderschap, afgestemd opvoeden, aware parenting, ouderschap zonder machtsstrijd, opvoeden zonder straffen en belonen, mindful opvoeden,…

    Zelf noem ik het graag bewust ouderschap. Dat dekt de hele lading voor mij.

    De essentie?

    Meer bewustzijn over je kind én over jezelf en de relatie die je hebt met je kind.

    Allemaal goed en wel, maar wat is dat precies?
    En hoe doe je dat dan?
    In het echte leven is het toch niet allemaal zo simpel?

    En dat klopt ook.

    Opvoeden is niet makkelijk. Het is ook niet rechtlijnig. Er bestaat geen quick fix. Er bestaat geen handleiding die geldt voor iedereen.

    Opvoeden is samen op weg gaan met je kind.

    Opvoeden is samen met je kind leren en groeien.
    Dat je het niet altijd weet is heel normaal. En ook al bewandel je het pad van bewust ouderschap, ook dan is het niet zo dat je alles zal weten.
    Integendeel.

    De eerste stappen naar Bewust Opvoeden.

    Je laat je oude manier van opvoeden los, je laat de controle wat meer los. Je laat de oude overtuigingen over opvoeden los. Het gevoel van alles in de hand te moeten hebben als ouder laat je meer los.

    Dit idee alleen al roept bij velen al vragen op: Gaat mijn kind dan juist niet meer zijn gangen gaan? Heeft mijn kind dan nog genoeg grenzen? Gaat mijn kind dan niet over mij heen lopen als het ouder wordt?

    Het probleem is dat we in ons leven als mens in het algemeen vaak op zoek zijn naar instant oplossingen en onmiddellijk resultaat. Als je je kind straft, dan zie je direct resultaat. Maar als je je meer gaat afstemmen op je kind en elke keer samen gaat zoeken naar wat leeft er bij jou en wat leeft er bij mij, dan zie je misschien niet direct resultaat in het hier en nu.
    Bewust opvoeden is denken op lange termijn. Het is je kind brengen naar een volwassenheid waarin hij zelfbewust is en in staat is om gezonde relaties aan te gaan en om te gaan met uitdagingen die op zijn pad komen.

    Anders kijken naar opvoeden

    Bewust ouderschap vraagt een nieuwe oriëntatie in het opvoeden.

    Zie je jezelf als iemand die het moet weten en alles moet oplossen voor je kind? Zie je opvoeden als iets waarbij je kinderen zo veel mogelijk moeten gaan passen in de maatschappij en in het rijtje lopen?
    Moet jij als ouder alles onder controle hebben en mag je je eigen zwakheden niet laten zien?
    Of zie je opvoeden als een proces van samen ontdekken en groeien?
    Zie je je kinderen als kleine mensen die volop aan het leren zijn?

    Afhankelijk van welke oriëntatie je hebt in de opvoeding van je kinderen, zal je anders omgaan met wat er gebeurt.

    Als je gedrag van je kind ziet als een manier om het jou lastig te maken, dan zal je anders reageren dan wanneer je gedrag ziet als een uiting van iets waar ze het moeilijk mee hebben op dat moment.

    Als je een andere manier van ouderschap wil realiseren, dan is een ander bewustzijn nodig. Een manier om diepere connectie te maken met jezelf en met je kind.

    Controle hebben over kinderen is een manier van ouderschap waarbij je je kind wil veranderen zodat die voldoet aan jouw verwachtingen of aan dé verwachtingen van de maatschappij. Wat die ook mogen zijn, want vaak maken we daar zelf een beeld van. “Als je kind nu eens anders zou doen, dan is het probleem opgelost”. Dat werkt echter niet.

    Straffen en belonen wordt vaak ingezet om een  kind te doen luisteren en te laten voldoen aan verwachtingen. Als onze kinderen niet gehoorzamen hebben we schrik dat ze later niet goed terecht komen.

    Het idee dat we alles moeten weten, dat we onze kinderen moet sturen en manieren leren, is echter gebaseerd op angst. Onze angsten tegenover onze kinderen komen van onze eigen verwachtingen en wensen en onze eigen ervaringen. Als je anders wil gaan opvoeden is het belangrijk om uit je eigen zorgen en angsten te komen.

    En dat vraagt de nodige zelfreflectie.

    Dan stel je jezelf andere vragen, zoals: Wat heb ik mee gekregen in mijn eigen opvoeding? Hoe voel ik mij eigenlijk op dit moment waardoor ik zo boos reageer op mijn kind?

    Je kind én jij.

    Bewust ouderschap zoals ik het zie gaat over twee sporen. Langs de ene kant leer je hoe de leefwereld van je kind er uit ziet, hoe een kind zich ontwikkelt en wat er in het lichaam en het brein van een kind allemaal gebeurt.
    Je leert ook hoe je anders kan reageren en welke strategieën op lange termijn meer en ander effect kunnen hebben op je kind.
    Aan de andere kant ga je dus ook op onderzoek uit in jezelf. Hoe meer je contact kan maken met jezelf en wat er leeft in je innerlijke, hoe meer je contact kan maken met je kind op een authentieke manier.

    We hebben de neiging om de schuld bij onze kinderen te leggen over hoe we ons voelen: “Door jou moet mama nu boos worden!”
    Het vraagt echter bereidheid en moed om naar jezelf te kijken en hoe je je voelt. Meestal zegt het feit dat je je ergert aan je kind en het gedrag van je kind iets over jezelf en hoe jij je werkelijk voelt. Meestal zijn we ons daar niet bewust van.
    En dus nogmaals: dit vraagt zelfreflectie.

    Onvoorwaardelijk, afgestemd en bewust opvoeden is niet eenduidig. Er bestaat geen quick fix. Het is een proces.

    In dat proces begeleid ik je graag, afgestemd op jouw noden in jullie unieke gezinssituatie.

    Bij bewust ouderschap creëer je een win-winsituatie met effecten op langere termijn, tot in het volwassen leven van je kinderen.

    Heb je vragen?

    Contacteer me via: hello@karinfrancken.be of via 0477/23.86.76

    Hartelijke groet,

    Karin