Categorie: Bewust Ouderschap

  • ‘Het is niet zo erg. Je moet niet huilen.’

    ‘Het is niet zo erg. Je moet niet huilen.’

    Blog Je moet niet huilen. Karin Francken


    Ken jij die neiging om tegen je kind te zeggen:
    “Je moet niet huilen, het is niet erg.”?

    Of herken je deze uitspraken: ‘Stop nu maar met huilen’, ‘Nu is het wel genoeg geweest’, ‘Grote meisjes/jongens huilen niet’, ‘Daar moet je niet voor huilen’, ‘Je moet niet zo te keer gaan’, ‘Moet je daar zo boos over zijn?’, ‘Doe niet zo flauw’,…

    Misschien zijn er nog andere uitdrukkingen die je wel eens gebruikt tegen je kind? En misschien wil je dat helemaal niet zeggen, maar op zo’n momenten is het gewoon sterker dan jezelf en zeg je het toch.

    Hoe komt dat toch?

    We hebben als kind allemaal zulke boodschappen gekregen. Je zult er vast wel één of meerdere van herkennen. Als ik vroeger boos was, kreeg ik als kind ook wel eens te horen ‘wat andere mensen nu van mij moesten denken’. Dit bezorgde mij zelfs een schaamtegevoel over mijn boosheid. Ik had ook het idee dat iedereen naar mij keek als ik boos was en verschrikkelijke dingen over mij dacht.

    We nemen deze denkpatronen over van onze eigen opvoeders. En die zitten er zo diep in, dat op momenten van stress en onmacht je automatisch weer die dingen gaat zeggen. Ook al wil je dat niet!

    Waarom is dat sterker dan onszelf?

    Vóór de leeftijd van 6 à 7 jaar worden de meeste en belangrijkste overtuigingen in ons brein geïnstalleerd. De manier waarop je vandaag dus naar de wereld kijkt, heb je hoogstwaarschijnlijk opgepikt vóór je zevende levensjaar. Tenzij je daar al bewust mee aan de slag bent gegaan.
    Overtuigingen zijn niets anders dan neurale patronen die zich in je hersenen gevormd hebben. Als die denkpatronen sterk zijn, dan blijf je vanuit die bril naar het leven kijken. ‘Zo is het’, zeg je dan.

    Door herhaaldelijk boodschappen uit je omgeving te horen, ga je in bepaalde dingen geloven. Je bent dan, vaak tot op de dag van vandaag, overtuigd dat het zo is. Omdat deze overtuigingen zo normaal voor je zijn, ben je je er niet bewust van dat je zo naar de wereld kijkt. Je pikt zo’n overtuigingen op van je ouders, van andere belangrijke volwassenen in je leven zoals grootouders, leraren, enz.

    Gelukkig kunnen we ons bewust worden van onze overtuigingen en ons nieuwe overtuigingen eigen maken.

    Wat doen onze boodschappen met kinderen?

    We kruipen even in de wereld van een kind.  Ik probeer je aan de hand van een aantal voorbeelden te laten zien hoe een kind redeneert vanuit zijn belevingswereld wanneer we zulke uitspraken doen:

    Stel dat jij zou zeggen: “Je moet niet huilen, het is niet zo erg.”
    Een kind redeneert dan als volgt: ‘Ik ben gevallen en ik heb pijn. Maar mijn mama zegt dat het niet erg is. Ik ga mijn pijn nooit meer laten zien en me sterk houden.’ Je kind stopt zijn pijnen weg en leert om niet naar zijn lijf te luisteren ‘want het is niet zo erg.’
    Een kind bedenkt dat uiteraard niet bewust, maar trekt toch vaak deze conclusie. Het effect in het latere leven als volwassene kan zijn dat je over je fysieke grenzen gaat omdat je geleerd hebt hier niet op te vertrouwen.

    Een andere redenering kan zijn: ‘Ik moet huilen maar ik krijg de boodschap dat ik moet stoppen met huilen. Als ik huil omdat mijn speelgoed stuk is, en anderen zeggen dat ik daar niet zo’n drama van moet maken, dan zal er wel iets mis zijn met mij. Ik ben er namelijk wel heel verdrietig over. En anderen zeggen dat het niet zo erg is.’
    Op deze manier begint een kind te twijfelen aan zichzelf en zijn gevoelens.

    Maar evengoed zijn er overtuigingen die in onze maatschappij als algemeen worden aanvaard, waardoor niemand ze nog in vraag stelt. We zijn er bijvoorbeeld van overtuigd dat werken van 9u tot 17u moet om onze economie draaiende te houden. Je moet in dat systeem mee kunnen, anders faal je.
    We vinden het ook nog steeds normaal dat onze kinderen in het huidige schoolsysteem moeten passen, terwijl heel veel kinderen aangeven door hun gedrag dat dit eigenlijk niet werkt voor hen.

    Samengevat

    Als je kind keer op keer bepaalde boodschappen hoort, of wanneer je kind op een iets ingrijpendere manier éénmalig iets meemaakt dan gaat hij geloven dat het zo is. Daarmee stopt je kind bepaalde delen van zichzelf weg. Het kunnen emoties zijn, gevoelens, stukken van zichzelf zoals bijvoorbeeld enthousiasme, spontaniteit,…

    Die overtuigingen hebben eveneens invloed op het zelfbeeld van je kind. Doordat zijn ware gevoelens ontkend worden, begint een kind aan zichzelf te twijfelen. ‘Ik voel me verdrietig, maar mijn papa zegt dat ik me dat niet moet aantrekken. Er zal dus wel iets mis zijn met mij want ik voel het wel. Ik ben dus niet OK.’

    Jonge kinderen vangen de boodschappen die wij geven anders op, omdat hun brein nog niet helemaal ontwikkeld is.

    Kinderen koppelen onze boodschappen veel sneller aan wie ze zijn als persoon. En dat kan een negatieve invloed hebben op hun zelfbeeld en zelfvertrouwen. 

    Wat kan je doen om je kind te helpen bij emoties?

    Word je bewust van je eigen overtuigingen die je hebt opgepikt uit je eigen opvoeding.  Dit kan je doen door je overtuigingen die je hebt ten aanzien van emoties zoals verdriet, boosheid en angst te noteren. Wat hoor je jezelf wel eens zeggen tegen je kind?

    Weet dat een kind anders in het leven staat dan een volwassene. Alles komt totaal en ongefilterd binnen bij een kind en een kind betrekt dit heel erg op zijn persoon.

    Geef erkenning voor wat je kind ervaart, zonder er een oordeel op te plakken. Dit kan je doen door te zeggen: ‘Ik zie dat je heel boos bent nu’, ‘Jouw lievelingsspeelgoed is stuk en daar ben je heel verdrietig over’. ‘Dat is niet fijn voor jou.’

    Geef de emoties toestemming om er te zijn. Daarin ga je al een groot verschil maken!


    Merk je dat je er zelf niet uit geraakt met je kind? Blijf er niet mee zitten!
    Contacteer me voor een kennismaking en we kijken samen wat ik voor jou kan betekenen in een individueel traject op maat van jouw gezin!

    Hartelijke groet,

    Karin


  • Afscheid en rouw bij kinderen

    Afscheid en rouw bij kinderen

    Karin Francken - kinderen en emoties - afscheid en rouw

    Twee jaar geleden overleed mijn grootmoeder en de overgrootmoeder van onze kinderen. Ze had de gezegende leeftijd van 98 jaar! Haar sterven was een heel proces en kwam niet plots. De jaren voordien waren er nog twee momenten geweest waarop haar omgeving overtuigd was dat het haar laatste dagen waren. En ze kwam er telkens weer bovenop. Maar deze keer was het anders. 

    Als we op bezoek gingen bij mijn grootmoeder was ze altijd blij. De kinderen konden haar echt opfleuren. Vaak moest ze de namen van onze kinderen opnieuw vragen, maar dat waren we al langer gewoon. De speelsheid van de kinderen deed haar zichtbaar deugd.

    In die periode ging het bij ons thuis vaker over sterven. “Wat is dood zijn? Waar ga je dan naartoe? Hoe worden mensen begraven? Wat is verassen? Hoe ga je dood? Wat gebeurt er als je dood gaat?”

    Onze kinderen stellen heel concrete vragen op zo’n momenten.
    Maar hoe kan je daar nu mee omgaan als ouder?


    Hoe ga je als ouder om met een overlijden?

    Het was niet de eerste keer dat onze kinderen een overlijden meemaakten en een overledene hebben gezien, maar wel de eerste keer van zo dicht bij.

    Er zijn verschillende factoren die meespelen bij het ervaren van een overlijden die invloed hebben en waar je rekening mee kan houden:

    • De leeftijd van het kind
    • De persoon die overlijdt
    • De leeftijd van de overledene
    • De omstandigheden waarin het overlijden plaats vindt
    • De relatie die het kind heeft met de overledene
    • Een plots overlijden of een overlijden na ziekte
    • Hoe jij/jullie er als ouder(s) mee omgaat
    • De persoonlijkheid van je kind
    • Hoe er met verdriet wordt omgegaan in jouw familie
    • Wat het verliesverleden is in je familie

    Je ziet zo al dat het antwoord niet eenduidig is hoe je met afscheid en rouw omgaat.
    Rouwen is iets heel persoonlijks.
    En voor het kind kan dat best overweldigend zijn (en voor jou trouwens ook) en heel veel vragen oproepen of angst naar boven brengen. Daarom is het heel belangrijk om tijd te maken voor de ervaring van je kind en zo veel mogelijk in te gaan op de vragen die hij stelt.

    Als je merkt dat je kind net niet zoveel vragen stelt, kan je je kind uitnodigen om er wat over te vertellen. Evengoed kan jij er over vertellen, zodat je kind woorden krijgt voor wat het innerlijk misschien voelt maar niet kan duiden, simpelweg omdat dit nieuw is voor je kind. Dan heeft je kind een voorbeeld nodig, hoe je hierover kan praten en welke gevoelens het oproept. En dat voorbeeld kan jij zijn.

    Als je het zelf moeilijk vindt om dit onder woorden te brengen, kan je gebruik maken van boekjes. In de bib vind je heel wat boekjes over dit onderwerp, welke je als aanleiding kan gebruiken om erover te spreken met je kind.  Onderaan deze blog vind je ook een aantal titels van boekjes.

    Ikzelf heb geen probleem om te praten over dood en afscheid. Maar ga voor jezelf eens na, hoe sta jij tegenover de dood? Vind je het zelf iets ‘akeligs’? Iets waarover je liever niet eens nadenkt? Maakt dood deel uit van het leven voor je? Of is het iets wat je het liefst ver van je afschuift?

    Een overlijden brengt je als mens sowieso bij de eindigheid van je leven. Vroeg of laat zullen we allemaal sterven. Dat is onlosmakelijk aan het leven verbonden. Durf jij dat te erkennen voor jezelf?

    Hoe ga jij met je verdriet om? Kan jij je tranen laten stromen in het bijzijn van je kind? Of wil je je kinderen behoeden voor je verdriet? Of durf jij tonen dat je als volwassene ook verdriet mag hebben en dat dat deel uitmaakt van het rouwproces? 


    Geef antwoord op de vragen van je kind over de dood.

    Kinderen zitten met zoveel vragen op het moment dat een dierbare overlijdt. 

    Waar gaat oma heen? Dat weten we eigenlijk niet. Mensen zeggen vaak dat een overledene naar de hemel gaat, dat zijn ziel verder leeft of dat die als een ster aan de hemel staat. Kinderen vatten dat nogal letterlijk op, en in mijn aanvoelen klopt dat niet helemaal. Ik ben zelf dan ook niet geneigd om een beeld te gaan gebruiken. Eerder dat je in jezelf nog wel dingen kan vertellen tegen de persoon die overleden is. Of dat die persoon in je hart nog bij je is.  

    Nog een aantal vragen die kinderen vaak stellen:

    Hoort ze mij nog? Wie gestorven is hoort of voelt niets meer.

    Ik heb nog nooit een dood lichaam gezien, hoe is dat? Hoe voelt dat? Vertel hoe een dood lichaam er uit ziet en hoe het voelt. Dan zijn kinderen voorbereid op het moment wanneer ze werkelijk de overledene gaan zien. Het lichaam is koud en stijf. Het is bleek en ligt opgebaard, dat wil zeggen dat de mensen van de begrafenisonderneming het lichaam mooi gelegd hebben op een soort van bed, zodat wij nog kunnen gaan kijken en afscheid nemen.

    Wat gebeurt er met het lichaam? Ofwel wordt een lichaam gecremeerd, ofwel begraven. Het lichaam wordt in een kist gelegd en dat wordt begraven in de grond. Na een tijdje vind je niets meer van het lichaam. Het wordt verteerd door de aarde.

    Kan ik die persoon nog zien? Je kan de persoon nadat het lichaam begraven is niet meer zien. Foto’s zijn dan nog een manier om die persoon te zien.

    Kan ik nog praten met die persoon? De persoon hoort je niet meer. Je kan in jezelf wel dingen vertellen tegen die persoon als je wil.

    Is dood zijn zoiets als slapen? Als je slaapt, dan adem je en klopt je hart. Je lichaam voelt warm aan. Als je dood bent, dan adem je niet meer en is je hart gestopt met kloppen. Het lichaam voelt dan koud aan.

    Doet dood zijn pijn? Wie dood is, voelt helemaal niets. Het lichaam werkt niet meer. Het hoort, ziet en voelt niets meer. Hij heeft ook  geen honger of dorst en ook geen pijn.

    Mijn man en ik gaan altijd heel open in op alle vragen die onze kinderen hebben. Ik wil hen de informatie geven die ze vragen.
    Kinderen hebben dit nodig om de wereld te kunnen bevatten en zich veilig te voelen.
    Je past de informatie wel aan aan de leeftijd van je kind. Je gaat bijvoorbeeld minder in op details.  Maar dingen verzinnen of verdraaien doe ik niet.
    Of zeggen dat ze daar niet over moeten nadenken doe ik zeker nooit. Als je de neiging hebt om dat te doen, ga eens na hoe moeilijk jij het hebt met de waarheid?  Of welke boodschappen jij hebt meegekregen in je opvoeding toen je kind was? Vaak herhalen we wat we zelf hebben meegekregen, omdat we zelf niet geleerd hebben hoe we er anders mee om kunnen gaan.

    Dus nogmaals, omschrijf zo veel mogelijk:  Opa ademt nu niet meer. Zijn hart klopt niet meer. Zijn lichaam voelt koud en stijf aan. Het is bleek en ziet er wat anders uit dan toen opa nog leefde. Het zien van de overledene helpt kinderen vaak om het overlijden te bevatten. Laat je kind voelen als het wil. Benoem dat je kind dat misschien wat eng vindt, en dat dat normaal is wanneer je voor het eerst een overledene ziet.


    Wat kan helpen bij het afscheid nemen

    Ik herinner mij nog goed toen ik voor het eerst een overledene zag.
    Ik was 12 jaar toen mijn grootvader, die heel vaak bij ons was, overleed.
    Toen ik het bericht hoorde, maakte ik allerlei voorstellingen van een dood lichaam, en hoe eng het wel niet moest zijn. Maar ik wilde ook graag mijn grootvader nog een keer zien.

    De volgende ochtend toen ik mijn overleden grootvader ging groeten, viel er een pak van mijn hart. Het was helemaal niet zo eng als ik me had voorgesteld. Het stelde me eerder gerust. Ik kon hem nog voelen en stilletjes in mezelf tegen hem praten. Dat was wat ik nodig had om afscheid te kunnen nemen en het overlijden een plaats te geven. Het zien van mijn overleden grootvader heeft mij juist geholpen in mijn rouw- en afscheidsproces.

    Vaak willen volwassenen dit mooier voorstellen dan het is, om hun kind te behoeden voor pijn en verdriet. Maar dan voelen kinderen dat het niet klopt. En dan krijgen ze het gevoel dat wat ze voelen niet klopt en beginnen ze aan zichzelf te twijfelen. Dit zal eerder hun openheid over hun verdriet afremmen. 


    Afscheid nemen doet pijn

    Als je een dierbare verliest voel je veel pijn en verdriet. Zo’n sterk gevoel verdwijnt niet zomaar, dat heeft tijd nodig.
    Verdriet komt er vaak uit in tranen, maar kan ook op andere manieren. Dat je je rot voelt, en sneller boos wordt bijvoorbeeld.

    Bij kinderen kan verdriet heel snel afwisselen met plezier maken en spelen. Je kan niet constant verdrietig zijn. Het verdriet komt in golven. Het is goed om de golf van verdriet er te laten zijn op het moment dat het er is.
    Je kind kan er over tekenen of schrijven als praten moeilijk is.
    Je kan samen met je kind een herinneringsboekje maken van de overledene.

    Het is fijn om in je gezin te kunnen delen over je verdriet. Een gesprekje of een gezamenlijke huilbui brengt jullie vaker dichter bij elkaar dan wanneer iedereen zijn gevoelens voor elkaar probeert te verbergen. Gewoon er zijn voor elkaar is vaak al genoeg. Weet dat pijn en verdriet bij het leven horen. Zo leer je je kind er mee omgaan.
     

    Kinderboeken over afscheid en rouw

    Hier vind je nog een aantal titels van boeken die kunnen helpen om het gesprek met je kind op gang te brengen:

    1. Dood zijn, hoe lang duurt dat? Werner Storms
    2. Verhalen voor Gevoelige Oortjes 2 (De Lelieweg),  Wendy Janssens (boek bij mij verkrijgbaar)
    3. Straal Stella, straal! (verlies van zusje of broertje) Veerle Wouters
    4. Ik en mijn herinneringen, (verlies van een huisdier) Baeckens books, Bakermat uitgeverij.
    5. Over de grote rivier, Armin Beuscher, Cornelia Haas
    6. Overal en ergens, Pimm van Hest


    Merk je dat dit thema je raakt, of dat je zelf nog met vragen zit rond je eigen verliesverleden, dan ben je steeds welkom voor een gesprek. Contacteer me via hello@karinfrancken.be.

    Warme groet,

    Karin


  • Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Karin Francken - kiezen voor wat belangrijk is

    Heb jij het gevoel dat je regelmatig achter de feiten aanloopt en overspoeld wordt door de veelheid in je leven?
    Of heb je het gevoel dat je niet meer weet waarom je doet wat je doet, en dat je maar verder doet omdat je het nu eenmaal al zo lang doet?
    Of heb je het gevoel dat je de dingen doet, omdat anderen het van je verwachten?

    Dit is herkenbaar voor vele ouders, en vooral moeders. We leven in een hectische wereld en met de komst van kinderen wordt het er zeker niet gemakkelijker op.
    Het vraagt steeds meer van ons om bewuster te gaan leven. 
    Dat wil zeggen dat je ook bewuster stil gaat staan bij jezelf, bij je gevoelens en je gedachten. En dat je je vragen gaat stellen zoals: Waarvoor doe ik de dingen in mijn leven? Wat vind ik er precies zo belangrijk aan? 

    Je leven is constant in verandering. Ooit heb je bepaalde keuzes gemaakt, vanuit wie je toen was en wat je toen deed en wist.
    Die keuzes hebben je gebracht tot waar je nu staat in je leven.

    Ondertussen staat je leven niet stil: jij bent veranderd, je omstandigheden zijn veranderd.
    Dan kan het zijn dat het niet meer lekker voelt in je leven, in je relatie(s) of in je werk.
    Je kan niet meteen je vinger erop leggen, maar je voelt gewoon dat het niet meer klopt.

    Dat is een goed moment om stil te staan bij jezelf en bij je leven.

    Drijfveren of waarden

    Weet jij wat écht belangrijk is in je leven, waar jij voor staat en waar jij je voor wil inzetten?

    Dat zijn drijfveren. Dat is waar jij waarde aan hecht, waar jij je voor wil inzetten en wat jou motiveert om dingen te doen. Deze geven betekenis aan je leven.

    Als jij meer grip op je leven wil, is het goed dat je je waarden eens op een rijtje zet!

    Verschil in waarden

    Waarden zijn heel persoonlijk en zijn voor iedereen verschillend.
    Het kan zijn dat jij waarden meedraagt uit je opvoeding, die jij dus hebt mee gekregen van je ouders.
    Ook de cultuur en de tijdsgeest waarin we leven kunnen je drijfveren mee bepalen.
    Maar ook wie je bent en jouw persoonlijkheid geven mee richting aan jouw waarden.

    Als er onenigheid ontstaat, heeft dit heel vaak te maken met het verschil in waarden. Tussen jou en je partner, tussen jou en het bedrijf waarvoor je werkt,  tussen jou en je ouders of tussen jou en je kind.

    Ik geef je graag even een voorbeeld.
    Je werkt al jaren voor hetzelfde bedrijf en de laatste tijd ‘voelt’ het gewoon niet meer kloppen. Maar je kan niet helemaal te pakken krijgen wat er nu eigenlijk speelt.

    Verschillende oorzaken kunnen hier spelen: Het kan zijn dat je andere waarden hebt dan destijds toen je voor dat bedrijf begon te werken. Als beginnend werknemer sta je nog voor veel open, je wil ontdekken en uitproberen. Halfweg de dertig wil je toch wel meer je stempel gaan drukken en meer kiezen voor wat jij belangrijk vindt. Je staat door jouw levenservaring ondertussen anders in het leven en in het werk. 
    Dat is een moment waarop het vaak gaat wringen en niet meer goed voelt.

    Ga eens na wat jouw waarden werkelijk zijn! En onderzoek wat de waarden van het bedrijf waarvoor je werkt eigenlijk zijn. Zet deze vervolgens eens naast elkaar. Zie je overeenkomsten of zie je vooral verschillen? Als je vooral verschillen ontdekt, moet je niet ver zoeken waarom je je niet meer lekker voelt in de job die je doet.

    Een ander voorbeeld is de relatie met je partner. In het begin zag je vooral de overeenkomsten in jullie relatie. Ondertussen heb je misschien kinderen gekregen en sta je anders in het leven. Ook je partner is veranderd. Als je niet regelmatig communiceert over wat en hoe, dan kan je het gevoel krijgen dat je uit elkaar groeit. Zie dit als een signaal om alles eens op een rijtje te zetten, eerst voor jezelf, dan voor jullie als koppel, dan voor jullie als gezin.

    Mijn waarden hielpen me meer balans in mijn leven te brengen.


    Mijn waarden op een rij.

    Vanaf het moment dat er bij ons kinderen kwamen, had ik het gevoel dat alles (te) veel was. Zeker tijdens de babyjaren van onze kinderen. Ik was vaak moe en had het gevoel niet mee te kunnen in de race waarin we leven. 

    Heel vaak kon ik niet beantwoorden aan verwachtingen van de maatschappij, mijn familie en vrienden. Maar heel vaak waren het verwachtingen die ik dacht te moeten invullen. “Want anders ben ik niet meer mee”, dacht ik dan.

    Een aantal jaren geleden zette ik voor mezelf mijn waarden nog eens op een rij. Eén van mijn belangrijkste waarden is Gezin.
    Door dit zwart op wit te zien staan, viel er een hele last van mijn schouders.
    Ik kon nu voor mezelf erkennen en toegeven dat Gezin heel belangrijk is voor mij. Door dit besef werd het gemakkelijker om keuzes te maken.
    Zo vind ik het nu niet meer erg wanneer ik niet naar een feestje kan omwille van onze gezinssituatie. Vroeger had ik altijd het idee dat ik veel miste. Dat heb ik nu niet meer.
    Ik kies er echt voor om mijn leven in te vullen volgens de waarden die ik belangrijk vind.
    Zo geef ik mijn leven zelf meer vorm en heb ik het gevoel alles meer in de hand te hebben.
    Ik voel me ook niet meer schuldig hierdoor en heb gewoon meer balans in mijn leven. 

    Kiezen voor wat belangrijk is in je leven.

    Ben je benieuwd hoe jij dit voor jezelf kan uitzoeken? Volg dan de stappen hieronder!

    1. Maak een top 5 van je drijfveren:

    Zet de waarden of drijfveren die er echt toe doen op dit moment in je leven op een rij.
    Denk bijvoorbeeld aan: ambitie, dienstbaarheid, avontuur, gezin/familie, zinvolheid, geld/financiële stabiliteit, erkenning, creativiteit, kennis, altruïsme, leiderschap, harmonie, onafhankelijkheid, resultaatgericht, schoonheid, sportiviteit, persoonlijke ontwikkeling, vrijheid, balans, duurzaamheid, zekerheid, uitdaging, gezondheid, structuur, teamwork, passie, ontspanning, professionaliteit, relaties, spiritualiteit, maatschappij, …

    2. Maak een keuze:

    Wil je hier werkelijk voor gaan? Wil je je werkelijk inzetten om dit te bereiken in je leven? Alleen als het antwoord JA is, zal je gemotiveerd zijn om iets te DOEN.

    3. Actie:

    Welke actie(s) kan jij ondernemen om deze waarde meer ruimte te geven in je leven? Noteer een concrete actie die jij de komende tijd gaat doen, zodat deze waarde die jij belangrijk vindt, meer ruimte krijgt in je leven. Zorg dat je met een haalbare actie start. 

    4. Beren op de weg:

    Let op wat je op je weg en in je dagelijkse leven tegen komt: vragen, situaties, omstandigheden, mensen die om keuzes vragen. Denk daarbij telkens na of dit aansluit bij de waarden die jij echt belangrijk vindt of niet. Met andere woorden: wil jij tijd en energie steken in dingen die ‘op je weg’ komen en niet echt aansluiten bij je belangrijkste waarden? Of kies je om je eigen drijfveren te volgen en zo meer balans te creëren in je leven?

    Veel succes!


    Heb jij …

    • het gevoel dat het (té) veel is in je leven?
    • te veel twijfels over jezelf?
    • het gevoel dat je te veel volgens verwachtingen van anderen leeft? 
    • het gevoel dat je niet (meer) écht tot rust kan komen?
    • het gevoel overprikkeld te zijn?

    Contacteer mij dan vrijblijvend voor een Inzichtsessie. We onderzoeken samen waar je tegenaan loopt en wat de stappen zijn die jij daarin nodig hebt om er uit te geraken!

    Warme groet,

    Karin


  • Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden

    Afgestemd Opvoeden - Karin Francken

    In opvoeden bestaat geen quick fix of één bepaalde manier die voor iedereen past.
    Het is een zoeken. Afgestemd opvoeden is een proces. Het is niet een techniek die, eens je die onder de knie hebt, je altijd kan toepassen.  
    Je leert anders naar opvoeden kijken en naar je aanpak.
    Je vertrekpunt is anders. 

    Daarbij zijn de volgende vragen belangrijk:

    Wie is jouw kind?
    Wie ben jij?
    Wat is de situatie?
    Hoe is jouw kind op dat moment?
    Hoe voel je jezelf op dat moment?

    Er zijn heel wat elementen die meespelen in het zoeken naar een gepast antwoord.

    Focus op gedrag

    De meeste opvoedingsmethoden zijn op gedrag gericht. Als je dit of dat doet of zegt, dan zal het gedrag veranderen. Dan zal je kind het gedrag afleren of aanpassen. 

    Maar gedrag is enkel dat wat we zien aan de buitenkant bij ons kind. Achter gedrag zitten gevoelens, gedachten en behoeften. Die zijn de drijvende kracht achter het gedrag.

    Dus als we gedrag proberen te fixen, gaan we voorbij aan wat er achter zit.

    Wat is “je afstemmen”?

    Je afstemmen op je kind, op jezelf en op de situatie vraagt tijd en energie.

    Het is geen kwestie van consequent zijn in elke gelijkaardige situatie.

    Want dan ga je voorbij aan wat jouw kind ervaart op dát moment.

    En misschien heeft de boze bui van je kind helemaal niets te maken met de situatie van dat moment. Maar misschien is het een opeenstapeling van spanning die er op dat moment uit moet.

    Bij afgestemd opvoeden ga je rekening houden met de (in eerste instantie) niet-zichtbare gevoelens, gedachten en behoeften van je kind achter het gedrag.

    Je gaat je dieper intunen op je kind. Je gaat kijken wat er precies speelt bij je kind.
    Daarbij ga je uit van een groter geheel: wie is je kind op mentaal, emotioneel, fysiek en spiritueel vlak?

    Je stelt jezelf ook andere vragen, zoals:
    Hoe kan ik mijn kind helpen? Wat zijn belemmeringen voor mijn kind?
    Hoe kan ik een autoriteit zijn voor mijn kind, zonder autoritair te zijn? Met andere woorden, hoe kan ik richting geven zonder al te sturend te zijn? 

    En wat kom ik bij mezelf tegen? Wat zijn mijn eigen gedachten en gevoelens?
    Hoe bepalen die mijn doen en laten?  Wat zijn mijn triggers?

    Als je je hiervan bewuster wordt, dan is dat voor jou als ouder ook weer een groeikans. Het gaat met andere woorden niet alleen over je kind, maar ook over jezelf.

    Afgestemd opvoeden is denken op lange termijn

    Het vertrekpunt bij afgestemd opvoeden en bewust ouderschap is waar we naar toe willen op lange termijn. Willen we vooral dat kinderen zich aanpassen en leren gedragen naar de norm, dan krijgen we een andere opvoeding dan wanneer we op lange termijn willen dat onze kinderen in staat zijn tot zelfsturing, tot warme relaties, dat ze hun talenten kennen en dat ze weten om te gaan met tegenslagen in hun leven.

    Afgestemd opvoeden gaat over zoeken naar een vorm die past voor jou als ouder en die past naargelang de behoeften van je kind en wie je kind is.

    Controle en macht

    Het oude opvoeden is vooral gericht op controle houden en macht hebben over kinderen. Een kind hoort te luisteren naar volwassenen. En als een kind zich niet gedraagt zoals het ‘hoort’, dan doen we er alles aan om het gedrag bij te sturen. Hiervoor moeten we onze wil en macht opleggen aan kinderen en ontstaan er vaak discussies en machtsstrijd. Dan hebben we straffen en belonen nodig om kinderen naar ons te doen luisteren.

    Maar veel is niet controleerbaar en maakbaar in opvoeding. Er gebeuren vaak dingen die we niet voorzien hadden en waarvan we ons afvragen: ‘wat moet ik hiermee doen?’

    Dat is het moment waarop we ons als ouders onmachtig gaan voelen. En dat voelen we niet graag.

    De uitdaging bij afgestemd ouderschap

    We moeten onze angst voor het gevoel van onmacht en het niet-weten onder ogen durven zien.

    Het onbekende is voor ons, mensen, een echte uitdaging.

    We houden van nature van voorspelbaarheid zodat we controle houden.

    Maar dat is dus niet mogelijk met kinderen. En eigenlijk is het dat nooit in het leven.

    Je hebt wel elke keer een keuze met wat er op je pad komt met je kind, namelijk: “Wat doe ik hiermee?”

    Ga je straffen en het gedrag bijsturen?
    Of ga je kijken wat er achter zit en wat er innerlijk speelt bij je kind?

    “In een nieuw bewust ouderschap moeten we durven zoeken naar nieuwe antwoorden en ons niet door onze angst laten bepalen.”


    Geen vrije opvoeding

    Afgestemd ouderschap wil niet zeggen dat je alles maar aan je kind overlaat. Dat is een vrije opvoeding waarbij je weinig of geen sturing geeft aan je kind.

    Een kind heeft wel degelijk een leidende ouder nodig die richting weet te geven in het leven van het kind, zonder sturend te zijn. Richting geven wil zeggen dat je voor je kind een houvast bent en een oriëntatiepunt waarop hij of zijn steeds kan terugvallen. Een kind kan de wereld nog niet bevatten, en wij moeten duidelijkheid en handvatten bieden waaraan het kind zich kan vasthouden.

    Drie bouwstenen van Aware Parenting als basis in Afgestemd Opvoeden

    Aletha Solter is de grondlegger van Aware Parenting.  Zij heeft drie elementen samen gebracht die belangrijk zijn in het bewust ouderschap.

    • Hechting bevorderen: zorgen voor een goede relatie met je kind, je steeds opnieuw verbinden met je kind en jezelf daarin openen. Dit geeft het kind de ruimte om zichzelf te openen en de hechting met jou aan te gaan. In elke levensfase is dit anders. Volgens mij is dit de belangrijkste sleutel in de relatie met je kind en om je taak als ouder te kunnen doen.
    • Herstel van stress en trauma: doorheen de dag maakt je kind van alles mee. Er is niet altijd ruimte om dit te ontladen. Spanning die opstapelt moet ruimte krijgen om te ontladen. Daarvoor is het belangrijk dat je als ouder deze emoties empathisch kan ontvangen.
    • Democratische discipline: Meestal wordt straffen en belonen gebruikt als maatregel. Maar hoe kan je dit op een democratische manier, waarbij het kind beluisterd wordt en een inbreng heeft? Zodat een kind dit op natuurlijke manier leert en integreert. Het vraagt tijd en ruimte om in verbindende communicatie te gaan met je kind en zo tot de beste oplossing voor iedereen te komen.


    Effecten van een afgestemde aanpak

    Als kinderen ruimte voelen en zich gehoord voelen, creëren ze een gezond gevoel van eigenwaarde. Ze ervaren dat ze er toe doen en dat hun inbreng evenwaardig is. Ze voelen zich gerespecteerd. Ze kunnen beter hun grenzen aangeven. Het leidt tot een betere band met je kind. Daardoor zal je kind ook makkelijker meewerken en doen wat je vraagt. Op deze manier ben je een natuurlijke autoriteit, zonder dat je dit autoritair moet aanpakken. Zonder dat je met dwang je wil moet opleggen aan je kind.

    Tot slot

    Opvoeden is geen ‘altijd’ in elke situatie. Er bestaat geen quick fix. Het is steeds opnieuw een samen zoeken. Het gaat met vallen en opstaan. Maar eens je hier je weg in gevonden hebt, ga je merken hoe het werkt en hoe opvoeden voor een groot deel natuurlijk gaat.

    De term Afgestemd Opvoeden is in het leven geroepen door Jürgen Peeters. Hij is auteur van het boek ‘Kinderen zijn geen puppy’s. De kracht van zelfsturing in opvoeding.’ Een echte aanrader!

    Heb je vragen?

    Ook in mijn trajecten stem ik me af op jou en je gezinssituatie. Wat zijn jouw uitdagingen in de opvoeding van je kind(eren)? Wat heb jij nodig?  Wat heeft je kind nodig?

    Wil je graag weten hoe ik jullie kan helpen? Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie via hello@karinfrancken.be

    Van harte

    Karin

  • Vertragen

    Vertragen

    vakantie met kinderen


    Hoe gaat het bij jullie in de vakantieperiode?
    Loop je geregeld tegen elkaar aan?
    Of is het relaxed voor jullie?

    In de vakantieperiode, wanneer de kinderen (vaker) thuis zijn, gaat alles toch even anders.

    Alles gaat trager met kinderen

    In het begin van de vakantie merkte ik dat de kinderen tijd nodig hadden om aan dit ritme te wennen. Nu hebben ze weer hun eigen flow gevonden in alles. Onze kinderen genieten van het spelen thuis en op hun eigen tempo dingen te kunnen doen. Een grote tuin geeft heel wat mogelijkheden, dat geluk hebben we wel en de trampoline geeft oneindig veel plezier, bij onze kinderen toch.
    Maar het gaat niet altijd van een leien dakje.
    Zeker niet wanneer zussen en broers regelmatig ruzie maken of wanneer er maar één kind is. Of wanneer kinderen vaker (te) laat gaan slapen of moeite hebben met een onregelmatig ritme, kampen moeten volgen voor opvang tijdens de vakantie terwijl de ouders gaan werken,…

    Tijd en aandacht verdelen

    Soms heb ik mijn to do-lijstje van dingen die ik graag wil afwerken.
    In de vakantie staan er bij mij ook al eens andere klusjes op  die tijdens het jaar blijven liggen. En dan kan ik heel wat in mijn hoofd hebben wat ik wil doen, maar met kinderen in huis loopt het altijd even anders.
    Wanneer de kinderen aandacht komen vragen op één of andere manier, door te zeuren, door ruzie te maken, door een uitstapje te vragen, door een tussendoortje te vragen, door te vragen om mee te spelen, …  geraak ik niet waar ik wilde zijn.

    Soms vraag ik uitstel aan de kinderen, maar ik kan niet altijd ‘nee’ of ‘straks’, of ‘wacht nog even’ of ‘eerst nog even dit’ zeggen.

    Controle loslaten

    Gisteren nog wilden onze kinderen pannenkoeken bakken.
    Nu lukt het mij al aardig om dan te zeggen: “ik laat los waar ik mee bezig ben en ik ga mee pannenkoeken bakken”. En dit zonder het vervelend te vinden.

    Er zijn andere momenten waarop ik me dan druk maak over iets wat daardoor niet af geraakt. Wat ik dan voel is dat ik niet echt aanwezig kan zijn bij de kinderen en plezier kan hebben aan de activiteit met hen.
    En dan ben ik van niets tevreden: niet van samen met de kinderen iets te doen, en niet van wat ik af wilde krijgen. Dan voel ik vooral onrust en frustratie.

    Eén van de dingen die me helpen om me over te geven aan de flow die er is met de kinderen, is het plezier wat ik er uit haal.
    Blijf ik me focussen op het werk dat ik nog wil af krijgen, dan geraak ik geïrriteerd. En dat is voor niemand fijn, want de kinderen voelen dat ook.
    Geef ik me er aan over, dan is het plezier voor iedereen.

    Dat loslaten lukt me zeker niet altijd!  Ik kan ook echt gefocust blijven op wat ik gedaan wil hebben. Maar dat brengt heel wat spanning. En dan verlies ik sneller mijn geduld met de kinderen.

    De gulden middenweg

    Je hoeft natuurlijk niet op elke vraag van je kinderen in te gaan. Het is zoeken naar de gulden middenweg.
    Soms helpen onze kinderen ook al eens met een klusje. Ze leren weer iets bij en je bent ook samen iets aan het doen. En dat komt dan weer je band met je kind ten goede.
    Als ze meewerken, dan gaat dat met een trager tempo of gebeurt het toch op een andere manier dan ik voor ogen had. Dat neem ik er dan maar bij.

    Ik merk dat het steeds zoeken is naar balans. Er zijn momenten dat de onze kinderen komen hangen in mijn buurt. Ze zoeken dan echt mijn nabijheid.

    Wat iedereen altijd veel deugd doet, is dat ik gewoon op de grond ga zitten, gezellig op een deken buiten bijvoorbeeld, en dat er uitgebreid geknuffeld wordt. Daarna gaat ieder weer zijn eigen weg.

    Vertragen

    Alles gaat wat anders en trager met kinderen. Het is onvoorspelbaar.

    Samenleven met kinderen vraagt gewoon om te vertragen.
    Om de controle los te laten.
    Om mee te gaan in een andere flow.
    En dat is niet altijd gemakkelijk in de drukte van het leven waar we veel ‘moeten’ doen. Maar zeker de moeite waard om het te doen!

    Eigenlijk helpen kinderen ons bij het vertragen in ons leven.
    Het helpt mij om dingen in een ander perspectief te zien en meer in het hier en nu aanwezig te zijn. En eigenlijk is dat een geschenk!
    Waar we anders maar doorgaan, staan we dan even stil.

    Zucht.


    Warme groet,

    Karin


  • Je kind helpen groeien in vertrouwen.

    Je kind helpen groeien in vertrouwen.

    -Het is eigenlijk heel simpel.

    Wat?
    Simpel, vraag je je misschien af?

    In theorie wel, maar in de praktijk word je al snel met jezelf geconfronteerd met wat jij zelf geleerd hebt in jouw opvoeding.

    Bijvoorbeeld:
    – dat kinderen moeten luisteren naar volwassenen,
    – dat jij de ouder bent en dat jij het moet weten,
    – dat kinderen leren luisteren door te straffen en te belonen,  
    – dat volwassenen het beter weten dan kinderen,
    – dat je ze niet te veel aandacht moet geven als ze boos zijn,
    – dat als kinderen te veel ruimte krijgen ze over je heen zullen lopen,
    – …

    Je valt met andere woorden sneller dan je wil terug op wat jij hebt meegekregen in jouw opvoeding. 

    Basisbehoeften van een kind

    Laat ik eerst even stilstaan bij een aantal belangrijke basisbehoeften van een kind.

    Een kind heeft het nodig om gezien te worden, om zich veilig te voelen, om getroost te worden, een gevoel van zekerheid te hebben en connectie te voelen met de ouder(s). Naast deze behoeften heb je natuurlijk ook nog de behoefte aan eten, geborgenheid, slaap, leren, spanning ontladen, enzovoort. 

    Kinderen hebben volwassenen (heel vaak nog) nodig om in deze behoeften te voorzien. En kind kan dat nog niet voor zichzelf.

    Hoe kunnen wij onze kinderen tegemoet komen in hun behoeften?

    Vanuit een bewustzijn in het hier en nu kijken naar ons kind: wie is mijn kind op dit moment? In welke ontwikkelingsfase zit hij of zij? Wat is de situatie? Wat heeft mijn kind nodig nu?

    Dat vraagt van ons als ouder dat we open staan voor wat zich aandient. Onvoorwaardelijk en zonder oordelen leren kijken naar ons kind en de situatie.

    We moeten met andere woorden het beeld dat we hebben van hoe we willen dat onze kinderen zijn loslaten! Misschien heb je een plan in je hoofd waar zijn leven naar toe moet, welke diploma’s hij moet behalen, hoe goed hij moet zijn in bepaalde vaardigheden, enzovoort.

    Kan je je kind zien zoals hij is? Kan je je kind ontvangen zoals hij is? Op deze manier gaat je kind zich écht gezien voelen, en leert hij zichzelf ook serieus nemen. Zo leert hij zichzelf zien en aanvaarden zoals hij is.

    Hoe kan jij je kind zien zoals hij werkelijk is?

    In de eerste plaats is het belangrijk om de gevoelens van je kind serieus te nemen. Als je kleuter valt en huilt, dan ga je niet zeggen “zo erg is dat niet, je moet niet huilen.” Daarmee veeg je de ervaring van je kind weg waardoor er verwarring ontstaat in zijn eigen gevoel. Je kind ervaart wel degelijk pijn of is geschrokken en door het huilen ontlaadt hij spanning.  Je kind geruststellen dat het in orde is, is iets anders dan zijn gevoelens negeren.

    De grootste valkuil voor de meeste ouders is dat we het willen oplossen voor ons kind. Liefst zo snel mogelijk. We hebben niet graag dat ze pijn hebben. De neiging is dan om er maar snel overheen te gaan.

    Maar een kind wil op dat moment niet echt een oplossing. Wel troost en aandacht en de openheid dat de ervaring er helemaal mag zijn. Dit kan je doen door bijvoorbeeld te zeggen:
    “Ik zie dat je pijn hebt”,
    “Ik ben hier voor jou totdat jij terug OK bent”.

    Dat geeft kinderen zekerheid en vertrouwen dat jij aan hun kant staat.
    Je kind ervaart hierdoor dat hij mag zijn wie hij is, dat hij authentiek mag zijn.

    Van helper naar observator

    In plaats van oplossingen aan te reiken en een pleister op de wonde te plakken, ga eens kijken naar wat er echt is.
    Observeer en laat je ideeën en vooroordelen los. Dat is een hele uitdaging! Meestal zit er onder wat je ziet, nog een andere boodschap of vraag van je kind.
    Reageert je kind bijvoorbeeld heel boos, dan zit daaronder een andere behoefte dan wat je ziet gebeuren.
    Kijk vanuit een nieuwsgierigheid, zoals kinderen vaak dingen onderzoeken. Stel je voor wat er in een kinderhoofd zou kunnen omgaan en leef je daarin in.

    Maak tijd en ruimte om met aandacht bij je kind aanwezig te zijn.

    Heel vaak zitten we in de maalstroom van het leven. Er moet zoveel gebeuren en we draven maar door.

    Wanneer onze kinderen thuis komen van school bijvoorbeeld. Je gaat onmiddellijk aan de slag met het bereiden van het avondeten. Je zet de kinderen aan om hun huiswerk te maken. Je doet je best om hen op tijd in bed te stoppen zodat ze voldoende nachtrust hebben.  
    Hoeveel tijd heb je werkelijk om met aandacht bij de bezigheden van je kind aanwezig te zijn?

    Tijd en ruimte te maken om naar je kind te luisteren met je volle aandacht versterkt je band en komt de basisbehoeften die je kind heeft ten goede: gezien worden, gevoel van veiligheid en zekerheid, troost voelen.
    Of gewoon even samen zijn, zodat je kind ruimte voelt om dingen van de dag te kunnen vertellen of om vragen te stellen. De gesprekjes die dan ontstaan geven jou de gelegenheid om meer zicht te krijgen op hun leefwereld en waar zij mee bezig zijn.
    Het gaat niet altijd over grootse dingen. En er hoeft niet altijd iets gezegd te worden. Soms is in stilte samen zijn ook wat nodig is.

    Het is een manier om je kind beter te leren kennen en te leren begrijpen.
    En dat geeft jou de gelegenheid om je kinderen te helpen om te worden wie ze zijn. Zo kan jij ze helpen om te groeien in vertrouwen. 


    Warme groet

    Karin

  • Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Het gevoel geen goede ouder te zijn.

    Heb jij ook wel eens angst dat je het niet goed doet als ouder?

    Heb jij ook wel eens dat gevoel dat je je kind niet kan helpen zoals je zou willen?
    Je twijfelt aan jezelf omdat je steeds weer in discussies en machtsstrijd terecht komt.
    Je gelooft dat je aanpak niet goed is. Je gelooft dat jij niet goed genoeg bent als ouder.
    Als jij goed genoeg zou zijn, zou het wel beter gaan.

    Machteloos

    Eén van de moeilijkste dingen in de opvoeding van de kinderen vind ik zelf dat ik ze niet kan helpen. Ik zie en voel dat mijn kind niet goed in haar vel zit en dat ze worstelt met iets, en dat ik niet tot haar kan doordringen. Het gevoel dat ik geen contact kan maken haar op een dieper niveau. Dat vind ik een hele moeilijke!

    Ik merk soms dat ik zelf zó getriggerd geraak door wat er gebeurt met mijn kind, dat het mij emotioneel heel erg raakt. Dan wil ik het oplossen voor haar, dan wil ik zo graag dat ze dat niet moet ervaren! 

    Als ik dan stilsta en dieper ga voelen, dan kom ik meestal bij mijn eigen ervaringen als kind uit. Ik zie dan dat mijn kinderen iets gelijkaardigs meemaken. En ik wil ze gaan behoeden voor de pijn die ik zelf heb ervaren destijds. 

    Dan dénk ik dat zij het ook op die manier ervaren. En dat wil ik niet. Als ik denk aan hoe eenzaam ik mij gevoeld heb als kind bijvoorbeeld, dan wil ik niet dat mijn kinderen dat ervaren.

    Wat is werkelijkheid?

    Wat we denken te zien is niet altijd de werkelijkheid.
    De werkelijkheid is meestal gekleurd.
    We hebben onze eigen, vaak onbewuste ervaringen die meespelen als we naar onze kinderen kijken.
    We hebben onze oordelen over wat er gebeurt met hen.
    We hebben onze angsten voor wat we zien gebeuren, vanuit onze eigen ervaringen. Onbewust.

    We hebben angst dat wij ons kind niet kunnen helpen. En dat we daardoor geen goede ouder zijn.


    Wat speelt er?

    Er zijn zoveel facetten die meespelen in de relatie met ons kind. Soms kan dat zo verwarrend zijn. Alsof we er niet uit geraken.

    Zo werd ik onlangs getriggerd door wat mijn dochter meemaakte.
    Ze voelde niet echt aansluiting bij andere kinderen van haar leeftijd.
    Ik merkte dat ik daar zo emotioneel op reageerde.
    Ik merkte ook hoe ik begon te vechten tegen dat gevoel in mezelf. Er werd bij mij oud verdriet aangeraakt rond de eenzaamheid en er niet bijhoren. En dat verdriet wilde ik niet voelen. Dat is zo naar. Dat bracht zoveel herinneren mee naar boven die ik liever niet wilde.  

    Het gebeurde eerst vooral onbewust. Maar ik merkte ook dat ik buiten proportie reageerde op wat mijn dochter ervaarde. Want zelf zat ze er niet zo heel erg mee. Ze lag er alleszins niet van wakker. 

    Vanuit mijn eigen angsten had ik de neiging om oplossingen voor haar te gaan zoeken en overbezorgd te reageren. 


    Kinderen behoeden van pijn.

    Onze kinderen behoeden van nare ervaringen kunnen we niet. Het is onbewust wel één van onze diepste wensen.

    We kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een kleuter een veilige plek heeft in huis om te spelen en te ontdekken. We kunnen echt gevaarlijke spullen tijdelijk weg nemen. Dan creëren we als ouder een veilige context. Maar we kunnen niet behoeden dat ze valt en zich pijn doen.

    Pijn, frustratie en tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven.


    Wat kan je doen als ouder?

    We kunnen als ouder wel openstaan voor hun ervaringen.

    Als een kind valt en heel hard begint te huilen, hebben we eerder de neiging om te zeggen: “Je moet niet huilen, het is niet zo erg. Het is niets.” Dan negeren we daarmee eigenlijk de ervaring van ons kind. Voor het kind is dat namelijk wel erg op dat moment.

    Als we openstaan, dan geven we erkenning voor wat er is. Dan zeggen we: ‘Ik zie dat je je pijn hebt gedaan.’ ‘Dat doet wel heel erg pijn dat je gevallen bent. Kom maar hier.’ En je pakt je kind op schoot.

    Kweken we daarmee ‘flauwe’ kinderen? Nee, zeker niet.

    Door dit gebaar vinden kinderen een veilige plek om hun spanning van de pijn te ontladen. De spanning verdwijnt uit hun lichaam en ze kunnen weer gaan spelen. Net daardoor bouwen ze veerkracht op.
    Ze ervaren dat ze het wel doorkomen en dat emoties gevoeld mogen worden. Kinderen leren dat emoties bij het leven horen.

    Ze ervaren dat wat ze voelen OK is en dat ze mogen voelen wat ze voelen. Dat hun ervaring “klopt”.
    Want als we zeggen: ‘Dat is niet zo erg’, dan gaan ze twijfelen aan wat ze voelen. Dan gaan ze twijfelen aan zichzelf.

    Als wij als ouders hen ontvangen met wat er is, zonder oordeel, dan leren ze vertrouwen op wat ze zelf voelen. Dan leren ze zichzelf aanvaarden met alles wat er is. 

    Als ouder is het belangrijk om onze diepere angsten onder ogen te zien. Dan kunnen we anders kijken naar de ervaringen die onze kinderen hebben. 

    Twijfelen aan jezelf als ouder is misschien wel een deel van het opvoeden. Je wordt constant uitgedaagd met nieuwe vraagstukken. Je wordt uitgedaagd om jezelf in vraag te stellen.

    Maar twijfel kan je ook onderuit halen en in de weg staan!
    Dan is het goed om hulp te zoeken!


    Wil jij er uit geraken hoe het nu is in je gezin?

    Wil jij met meer vertrouwen in je ouderschap staan en duidelijker richting kunnen geven aan je kinderen?


    Maak vrijblijvend een afspraak voor een Inzichtsessie en we kijken samen wat je nodig hebt en hoe ik je kan helpen.

    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76


    Van harte!


  • Frustratie: iets werkt niet voor je kind of lukt je kind niet.

    Frustratie: iets werkt niet voor je kind of lukt je kind niet.

    Hoe een gewoon gesprek leidt tot diepere frustraties.

    Deze ochtend bij het ontbijt, toen we met z’n allen aan tafel zaten en gezellig aan het babbelen waren, ging het gesprek over de koning en zijn kinderen. Hoeveel kinderen heeft de koning precies,  hoe zou het zijn om als kind in het koningshuis te leven, trouwen zij met ‘gewone’ mensen of alleen met mensen uit koninklijke families, hoe oud zijn de kinderen van de koning,…

    Een beetje verder in het gesprek hadden we het over vrienden van ons die ook 4 kinderen hebben, net als het gezin van de koning. Toen ging het over de leeftijd en we waren aan het vergelijken met de leeftijd van onze kinderen. Daar ontdekte onze jongste zoon, die nu 8 jaar is, dat hij jonger was dan al deze kinderen.
    En toen kwam ineens een gevoel bij hem naar boven waar hij waarschijnlijk al langer tegenaan loopt.
    Zijn gezicht sprak boekdelen, de tranen stonden in zijn ogen. Hij zei: “Ik ben overal de jongste. Ik vind het niet leuk om overal de jongste  te zijn.” Zijn verdriet was zo voelbaar op dat moment. Verdriet over iets waar hij geen vat op had. Hij kan dit feit in zijn leven niet veranderen. Het is zinloos om hier iets aan te willen veranderen. Hier liep mijn zoon tegen ‘vergeefsheid’ aan.

    Door dit voorval kon ik zien dat het al langer een frustratie van hem moet zijn geweest, dat hij overal de jongste is. In onze beide families zijn onze kinderen de jongsten en ook bij vrienden zijn onze kinderen de jongsten. Met diegenen waar we het meeste contact mee hebben, is mijn zoon meestal de jongste.

    Wat is vergeefsheid?

    Kinderen, en zeker jonge kinderen, lopen in hun leven tegen zóveel vergeefsheid aan. Ze hebben te maken met zoveel dingen die niet werken in hun leven, die ze nog niet kunnen of kennen. En daarbij staan ze vaak in een positie waar ze geen macht hebben:

    • Een juf die boos wordt en bij wie ze geen ruimte krijgen om hun kant van het verhaal te vertellen.
    • De pogingen die ze ondernemen om hun veter te strikken en het wil maar niet lukken.
    • Een grens die wij aangeven.
    • Het fietsen wat niet wil lukken.
    • Ze zien hun oudere broer of zus iets doen wat ze zelf nog niet kunnen.
    • Hun oudere broer of zus die sterker is dan hen.
    • Hun behoefte aan aandacht op momenten dat er niet geluisterd wordt.
    • Hun goede bedoelingen die uitdraaien op iets wat ze niet bedoeld hebben en deze goede bedoelingen worden niet gezien.
    • Je kind merkt dat hun vriendje al veel vlotter kan lezen of zwemmen of voetballen dan hij zelf.
    • Hun behoefte aan nabijheid wanneer er niemand beschikbaar is.
    • Het feit dat ze een mondmasker moeten dragen en dit hen echt geen fijn gevoel geeft.
    • Hobby’s die niet kunnen doorgaan door de coronamaatregelen.
    • Het feit dat ze nu hun grootouders niet kunnen bezoeken of niet kunnen knuffelen.
    • Dat we hun verjaardag niet kunnen vieren zoals gewoonlijk en dat er geen feestje is.

    Eigenlijk was deze situatie met onze zoon deze ochtend een mooi voorbeeld van teleurstelling te kunnen voelen, en de kwetsbaarheid die daarbij hoort te laten zien. Hij heeft het gevoeld, hoe het is om de jongste te zijn en hij heeft de niet zo fijne gevoelens die er bij horen gevoeld.

    Waarom zijn tranen zo belangrijk?

    Tranen maken dat kinderen (maar ook wij als volwassenen!) kunnen berusten in iets, in dat wat niet kan, in dat wat ze niet kunnen veranderen in hun leven of op dat moment.

    Met je hoofd weet je soms al wel dat iets niet kan, maar als je het ook gaat toelaten in je gevoel, dan kan het bezinken. Je gaat het met anderen woorden aanvaarden.

    Kinderen komen veel vergeefsheid in  hun jonge leven tegen, zoals eerder gezegd.  Zij moeten veel tranen laten over wat niet werkt en waar ze niets aan kunnen veranderen.
    Als je je kind daarin kan bijstaan, dan schep je een veilige ruimte voor je kind om te laten zijn wat er is.

    Als je kind kan ervaren en het gevoel kan toelaten dat iets niet werkt in zijn leven, dan komt er ruimte voor iets nieuws. Zo leert je kind om met uitdagingen en tegenslagen om te gaan en ontwikkelt hij veerkracht. 

    Doordat jij er bij kan blijven en ruimte geeft aan het gevoel van vergeefsheid bij je kind, dan kan je kind ontdekken dat het vergeefsheid overleeft. Dat is hoe veerkracht wordt opgebouwd. Door te leren aanvaarden dat soms dingen niet werken in je leven. En dat je dat overleeft.

    Als de spanning van frustratie kan ontladen door tranen, dan blijven kinderen zacht in hun hart.
    Als ze die tranen niet durven toelaten, als ze hun kwetsbaarheid niet durven tonen, dan kan die spanning leiden tot agressie en geraken ze ‘verhard’.

    Hoe kan jij je kind bijstaan in dit proces?

    Begin met het benoemen van de vergeefsheid.
    Bijvoorbeeld: “Ja, jij bent overal de jongste. Dat vind je niet fijn. Jij zou ook eens graag de oudste willen zijn of ouder willen zijn dan andere kinderen. Maar dat is in onze families niet zo.”

    Houd je kind in de vergeefsheid en blijf bij dit gevoel van vergeefsheid. Ga niet over andere dingen praten, ga niet afleiden.
    Vaak krijgen mensen het gevoel dat ze gaan dramatiseren op deze manier, maar dat is niet zo. Dat hangt af van de manier waarop je dit doet. Als je zelf kalm en rustig blijft, is het duidelijk voor je kind en schep je ruimte voor wat hij voelt.

    Creëer ruimte voor tranen bij je kind door teleurstelling en verdriet in je stem te leggen om te laten voelen dat je meeleeft met je kind.
    Bijvoorbeeld: “Ja, dat is echt niet fijn voor je. Dat doet je verdriet. Dat vind je jammer.”

    Wat doe je met je eigen gevoelens als ouder?

    Wat doet dit proces van vergeefsheid en aanvaarden bij jou?
    Misschien word je je bewuster van je eigen vergeefsheid in je leven?
    De tranen die jij nooit hebt kunnen of durven laten over dingen die niet werkten in je leven of anders zijn uitgedraaid dan je had gewild?
    Misschien loop je tegen je eigen vergeefse pogingen aan om je kinderen anders te gaan opvoeden en kom je steeds weer in je oude patroon van reageren terecht?

    Weet je, er is altijd een wisselwerking tussen jou en je kind, tussen wat er gebeurt met je kind en wat het bij jou doet. Het is niet of/of maar en/en.

    Dus het kan best zijn dat je ook jezelf tegen komt in dit proces!


    Ondersteuning nodig?


    Laat me weten wat er bij jou leeft, en wat je bezig houdt. Ik hoor en lees het graag! Contacteer me vrijblijvend voor een afspraak:
    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76

    Ik help je graag verder!

    Hartelijke groet,

    Karin

  • Werken aan de relatie met je kind.

    Werken aan de relatie met je kind.

    De kinderen spelen buiten.

    Het eten is bijna klaar en ik heb nog wat hulp nodig bij het dekken van de tafel.

    Ik steek mijn hoofd buiten en roep van ver: “Willen jullie de tafel dekken, we gaan direct eten!”

    Dat mag je toch al wel verwachten van zeven- en tienjarige kinderen, niet ;-)?

    Er komt niet echt reactie van hun kant.

    Ik voel me lichtjes geïrriteerd.

    Ik heb zelf nog wat werk met de maaltijd en daarna moeten we nog naar een hobby van de kinderen.

    Opnieuw vraag ik, enigszins geërgerd: “Willen jullie de tafel dekken!”

    Ik voel de tijdsdruk.

    Weer geen reactie, of misschien zelfs “Nee!”

    Zucht.

    Ik zou nog meer kunnen gaan eisen: “Jullie komen nú de tafel dekken!”

    Maar dan besef ik weer: eerst even contact maken.

    Eerst even zien of we verbonden zijn.

    Even naar ze toe gaan en iets zeggen of vragen over hun spel.

    De kinderen voelen dan: “Hé, mama is geïnteresseerd in wat we doen, ze is geïnteresseerd in ons.”

    Vol enthousiasme vertellen ze over hun spel.

    Daarna stel ik mijn vraag opnieuw over het dekken van de tafel.

    En plots zijn ze wel bereid.

    Wat is echt contact maken met je kind?

    “Werken aan de relatie en de relatie zal voor ons werken.”

    Als je bewust contact gaat maken met je kind, dan werk je in eerste instantie aan je relatie met je kind. Als die relatie goed zit, dan sta je in je kracht en is je kind sneller bereid je te volgen.

    Je gaat op dat moment niet in op het gedrag van je kind en gaat geen machtsstrijd aan. Zoals ik niet verder een punt ging maken van het feit dat ze niet naar mij luisterden om de tafel te dekken.

    Kinderen zitten in hun eigen wereld en zijn met heel andere dingen bezig dan wij als volwassenen.

    Je gaat dus intunen op je kind, zoiets van: “Hey, hoe gaat het met jou? Wat houdt je bezig?”

    De lijm in de relatie met je kind is hechting.

    Wat is hechting?

    Als je kind zich aan jou hecht, dan zal je kind makkelijker luisteren en jou volgen in wat je doet. Dan heb je invloed op je kind.

    Het is aan het kind om zich aan jou te hechten.
    Het is de essentiële band om je kind te kunnen begeleiden.
    Als een kind verbinding voelt met jou en zich aan jou hecht, dan wil je kind graag bij jou zijn en dingen aan jou vertellen.
    Het heeft dan de drang om fysiek dicht bij jou te zijn en zich emotioneel verbonden te voelen met jou.

    Opdat het kind zich aan jou kan hechten, is het nodig dat wij als volwassenen daarvoor ruimte scheppen.
    Als ouder zet je de eerste stappen om verbinding te maken. Telkens opnieuw nodig je het kind uit in die relatie.

    Soms lijkt het alsof onze kinderen niet geïnteresseerd zijn. Dan is het dus nodig om je kind eerst op te halen.  En dat jij de eerste stappen zet om contact te maken.

    Kenmerken van een goede hechting met je kind

    In een hechte relatie zal je merken dat je kind luistert, reageert op je vragen, je aanwijzingen volgt, op je vertrouwt, je hulp vraagt, graag bij je is, zich thuis voelt bij jou, je volgt, je leuk vindt, je graag pleziert en geen geheimen voor je heeft.

    Jij staat in je leiderspositie en je kind is volger. Dat is de natuurlijke verhouding tussen ouders en kinderen.
    Dat is iets wat we allemaal in ons hebben, maar wat we in onze maatschappij verloren lijken te hebben.

    Als jij het oriëntatiepunt kan zijn voor je kind, dan kan je kind op je terug vallen tijdens de lastige momenten.  En dat geeft een kind rust, wat er ook gebeurt.

    Een kind straffen

    Als je merkt dat je je machteloos voelt en moet dreigen met straf om je kind te laten luisteren, dan is het goed om naar jullie relatie te kijken.

    Je kind is op dat moment waarschijnlijk niet genoeg aan je gehecht en er is te weinig connectie.

    Op dat moment zoek je als ouder naar controle krijgen over je kind. Dat werkt niet.  Een kind straffen of onderwerpen aan voorwaarden (als… dan…) of geregeld afwijzen, zorgen ervoor dat ze zich gaan afsluiten en afweren en een defensieve houding gaan aannemen.

    Als je kind jou afwijst dan voelt je kind zich waarschijnlijk gekwetst en niet veilig genoeg om te tonen wat er precies scheelt.

    Het antwoord wat je kan geven in deze situatie is juist meer hechting en nabijheid. Dat wil zeggen: aan de relatie met je kind werken.

    Een aantal tips om je relatie met je kind te versterken:

    1. Laat aan je kind merken dat je graag in zijn/haar buurt bent. Je kan samen een spelletje spelen, knuffelen, een massage geven of gewoon in elkaars buurt zijn. Geef je kind eens vaker voorrang als hij iets vraagt, in plaats van te zeggen: “nu niet, straks!”
    2. Zoek naar dingen die jullie gemeenschappelijk hebben en accentueer deze.  Als je samen met je kind iets doet wat jullie beiden leuk of interessant vinden, dan versterkt dat jullie band.
    3. Laat je kind merken dat je aan zijn zijde staat. Steun je kind bijvoorbeeld als het een probleem heeft op school, zodat het voelt dat het niet alleen is.
    4. Laat je kind voelen dat hij/zij belangrijk is voor jou en dat je hem/haar koestert zoals hij is, uniek. Dit kan je doen door bijvoorbeeld verhalen van vroeger te vertellen, toen je kind klein was, of te zeggen welke kwaliteit je bij hem/haar bewondert.
    5. Laat geregeld je liefde voor je kind zien. Je kan dit doen door gewoon te zeggen: ‘ik hou van jou’ of ‘ik zie je graag’, of je aait je kind over zijn hoofd in het voorbijgaan of je glimlacht zomaar.

     “Een kind kan niet te veel gehecht zijn.
    Wel te oppervlakkig en te onzeker.”


    Hulp nodig?

    Contacteer me vrijblijvend voor een afspraak voor een Inzichtsessie en we kijken wat ik voor jullie kan betekenen.
    hello@karinfrancken.be of 0477/23.86.76

    Hartelijke groet

    Karin

  • Bewust Ouderschap is denken op lange termijn.

    Bewust Ouderschap is denken op lange termijn.

    Je hoort zoveel nieuwe en verschillende begrippen rond opvoeden en ouderschap: mild ouderschap, bewust ouderschap, afgestemd opvoeden, aware parenting, ouderschap zonder machtsstrijd, opvoeden zonder straffen en belonen, mindful opvoeden,…

    Zelf noem ik het graag bewust ouderschap. Dat dekt de hele lading voor mij.

    De essentie?

    Meer bewustzijn over je kind én over jezelf en de relatie die je hebt met je kind.

    Allemaal goed en wel, maar wat is dat precies?
    En hoe doe je dat dan?
    In het echte leven is het toch niet allemaal zo simpel?

    En dat klopt ook.

    Opvoeden is niet makkelijk. Het is ook niet rechtlijnig. Er bestaat geen quick fix. Er bestaat geen handleiding die geldt voor iedereen.

    Opvoeden is samen op weg gaan met je kind.

    Opvoeden is samen met je kind leren en groeien.
    Dat je het niet altijd weet is heel normaal. En ook al bewandel je het pad van bewust ouderschap, ook dan is het niet zo dat je alles zal weten.
    Integendeel.

    De eerste stappen naar Bewust Opvoeden.

    Je laat je oude manier van opvoeden los, je laat de controle wat meer los. Je laat de oude overtuigingen over opvoeden los. Het gevoel van alles in de hand te moeten hebben als ouder laat je meer los.

    Dit idee alleen al roept bij velen al vragen op: Gaat mijn kind dan juist niet meer zijn gangen gaan? Heeft mijn kind dan nog genoeg grenzen? Gaat mijn kind dan niet over mij heen lopen als het ouder wordt?

    Het probleem is dat we in ons leven als mens in het algemeen vaak op zoek zijn naar instant oplossingen en onmiddellijk resultaat. Als je je kind straft, dan zie je direct resultaat. Maar als je je meer gaat afstemmen op je kind en elke keer samen gaat zoeken naar wat leeft er bij jou en wat leeft er bij mij, dan zie je misschien niet direct resultaat in het hier en nu.
    Bewust opvoeden is denken op lange termijn. Het is je kind brengen naar een volwassenheid waarin hij zelfbewust is en in staat is om gezonde relaties aan te gaan en om te gaan met uitdagingen die op zijn pad komen.

    Anders kijken naar opvoeden

    Bewust ouderschap vraagt een nieuwe oriëntatie in het opvoeden.

    Zie je jezelf als iemand die het moet weten en alles moet oplossen voor je kind? Zie je opvoeden als iets waarbij je kinderen zo veel mogelijk moeten gaan passen in de maatschappij en in het rijtje lopen?
    Moet jij als ouder alles onder controle hebben en mag je je eigen zwakheden niet laten zien?
    Of zie je opvoeden als een proces van samen ontdekken en groeien?
    Zie je je kinderen als kleine mensen die volop aan het leren zijn?

    Afhankelijk van welke oriëntatie je hebt in de opvoeding van je kinderen, zal je anders omgaan met wat er gebeurt.

    Als je gedrag van je kind ziet als een manier om het jou lastig te maken, dan zal je anders reageren dan wanneer je gedrag ziet als een uiting van iets waar ze het moeilijk mee hebben op dat moment.

    Als je een andere manier van ouderschap wil realiseren, dan is een ander bewustzijn nodig. Een manier om diepere connectie te maken met jezelf en met je kind.

    Controle hebben over kinderen is een manier van ouderschap waarbij je je kind wil veranderen zodat die voldoet aan jouw verwachtingen of aan dé verwachtingen van de maatschappij. Wat die ook mogen zijn, want vaak maken we daar zelf een beeld van. “Als je kind nu eens anders zou doen, dan is het probleem opgelost”. Dat werkt echter niet.

    Straffen en belonen wordt vaak ingezet om een  kind te doen luisteren en te laten voldoen aan verwachtingen. Als onze kinderen niet gehoorzamen hebben we schrik dat ze later niet goed terecht komen.

    Het idee dat we alles moeten weten, dat we onze kinderen moet sturen en manieren leren, is echter gebaseerd op angst. Onze angsten tegenover onze kinderen komen van onze eigen verwachtingen en wensen en onze eigen ervaringen. Als je anders wil gaan opvoeden is het belangrijk om uit je eigen zorgen en angsten te komen.

    En dat vraagt de nodige zelfreflectie.

    Dan stel je jezelf andere vragen, zoals: Wat heb ik mee gekregen in mijn eigen opvoeding? Hoe voel ik mij eigenlijk op dit moment waardoor ik zo boos reageer op mijn kind?

    Je kind én jij.

    Bewust ouderschap zoals ik het zie gaat over twee sporen. Langs de ene kant leer je hoe de leefwereld van je kind er uit ziet, hoe een kind zich ontwikkelt en wat er in het lichaam en het brein van een kind allemaal gebeurt.
    Je leert ook hoe je anders kan reageren en welke strategieën op lange termijn meer en ander effect kunnen hebben op je kind.
    Aan de andere kant ga je dus ook op onderzoek uit in jezelf. Hoe meer je contact kan maken met jezelf en wat er leeft in je innerlijke, hoe meer je contact kan maken met je kind op een authentieke manier.

    We hebben de neiging om de schuld bij onze kinderen te leggen over hoe we ons voelen: “Door jou moet mama nu boos worden!”
    Het vraagt echter bereidheid en moed om naar jezelf te kijken en hoe je je voelt. Meestal zegt het feit dat je je ergert aan je kind en het gedrag van je kind iets over jezelf en hoe jij je werkelijk voelt. Meestal zijn we ons daar niet bewust van.
    En dus nogmaals: dit vraagt zelfreflectie.

    Onvoorwaardelijk, afgestemd en bewust opvoeden is niet eenduidig. Er bestaat geen quick fix. Het is een proces.

    In dat proces begeleid ik je graag, afgestemd op jouw noden in jullie unieke gezinssituatie.

    Bij bewust ouderschap creëer je een win-winsituatie met effecten op langere termijn, tot in het volwassen leven van je kinderen.

    Heb je vragen?

    Contacteer me via: hello@karinfrancken.be of via 0477/23.86.76

    Hartelijke groet,

    Karin